Inhoud
Floaten vissen, of vissen met een dobber of andere drijfindicator, is een van de meest betaalbare manieren om te vissen. De dobber doet twee dingen voor de visser: het geeft inzicht in wanneer de vis het aas bijt en fungeert als een balans die het aas weghoudt van de bodem. Zoals vele vormen van vissen, vereist float fishing kennis en vaardigheid, maar met het juiste type float en de juiste technieken op de juiste plaatsen is succes slechts een stap verwijderd.
Vissende boei
Selectie zweven
Veel vissen staan argwanend tegenover een aas dat vastzit in een dobber omdat het, hoewel het in neutrale toestand lijkt te zweven, bestand is tegen aanvallen van een vis. Daarom is het belangrijk om een dobber te selecteren met een drijfvermogen dat gelijk is aan het gewicht van het aas. Als de dobber drijft meer dan het aas, kunnen gewichten worden gebruikt om te balanceren. Het drijfvermogen van een dobber is te wijten aan twee factoren, hun vorm en grootte. Naarmate de grootte en het oppervlak van contact met water toeneemt, neemt ook het drijfvermogen toe. Kies bij het kiezen van een dobber zowel het gewicht van het aas dat u wilt gebruiken als de kracht van de ketting als u in een rivier vist.
technisch
Wacht een paar seconden nadat de boei onder het oppervlak is verdwenen voordat u de haak monteert. Veel soorten vissen knabbelen aan een aas dat niet beweegt om te testen voordat het aanvalt. Als de vlotter na enkele seconden niet naar de oppervlakte komt, kunt u de haak monteren.
Wanneer je met een dobber vist, rol je de haspel met een snelheid van ongeveer 1/4 van je normale snelheid. De beweging zal het aas verder naar beneden in het water duwen. Te snel bewegen houdt het aas dicht bij het wateroppervlak waar de vis zelden zal vechten.
plaatsen
Hoe groter het oppervlak is van een dobber in contact met water, hoe groter het drijfvermogen. In meer geagiteerde wateren moeten grote afgeronde boeien worden gebruikt om waterbewegingen te neutraliseren. Gebruik in rustige wateren lange boeien, die een gevoeliger aanwijzing voor een aanslag geven.
Let op de diepte van het water waar u aan het vissen bent en op de diepte waarop de vis waarschijnlijk zal zijn (verschilt van vis tot vis). Bevestig uw vlotter aan de vislijn op een punt waar uw aas op een ideale afstand boven de bodem zal hangen. Als de waterdiepte bijvoorbeeld 3 m is en de vis graag 1 m boven de bodem zwemt, zet dan uw vlotter zodanig dat er 2 m tussen ligt en het aas.