Inhoud
De watermeloen, bekend in het botanische medium als Citrullus lanatus, is een plantaardige komkommer relatief en afkomstig uit Afrika. Ze houden van vocht en warmte en produceren de hoogste opbrengsten en de zoetste vruchten wanneer ze worden gekweekt door te worden blootgesteld aan de zon en worden beschermd tegen koude wind. Ze bloeien in het late voorjaar en produceren de hele zomer fruit.
De watermeloen, bekend in het botanische medium als Citrullus lanatus, is een plantaardige komkommer relatief en afkomstig uit Afrika
Seizoensgebonden aanplant van zaden
Watermeloenzaden moeten in de lente worden geplant in de open lucht na de seizoenen van lage temperaturen. Zaden kunnen binnenshuis ontkiemen, tot drie weken voordat ze in de tuin worden geplant - transplanteer de zaailingen niet te laat, omdat grote zaailingen niet goed zijn voor herbeplanting. Dit bespaart u tijd op groei. Zorg voor vochtige grond, lichte en milde temperaturen, tussen 27 en 30 graden Celsius, voor de ontkiemende zaden. Voor externe beplanting, begraaf het zaad op een diepte van 2,5 centimeter, met tussenpozen van maximaal 1,80 m, afhankelijk van de zaadvariëteit, en herplant de zaailingen met intervallen van 60-90 cm om een adequate luchtstroming te verzekeren, dus schimmels of ziektes vermijden. Bedek de zaden en wortels van jonge transplantaties met aarde en water. Houd de grond vochtig maar niet te nat van kieming tot ontluikende. De watermeloenbloemen kwamen uit de planten tevoorschijn. Ongeveer 45 dagen na de bloei zijn de watermeloenen klaar voor de oogst.
Milieueisen
Je moet een rijke, goed bemeste grond gebruiken voor je watermeloenzaden. Breng grondveranderingen aan met mest en mest om het voedingsniveau te verhogen. Het fijne zand zorgt voor een goede drainage. Het gebruik van een meststof met langzame afgifte zorgt voor een continue toename van voedingsstoffen voor de planten, naast het verminderen van onderhoud en hun werk tijdens de groeiperiode. Voeg kunstmest toe net voor het planten van de zaden, zelfs als u al organisch materiaal hebt toegevoegd. Plant de zaden volgens een rechte lijn, op een plaats met een goede blootstelling aan de zon en, indien mogelijk, warm en vochtig, waarbij een microklimaat wordt gesimuleerd. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan langs een muur op het zuiden (in Noord-Amerika). Zaden en jonge planten hebben minstens 2,5 cm water per week nodig om de grond gelijkmatig vochtig te houden.