Inhoud
De oppervlakte van een geometrische vorm kan worden gemeten in vierkante meters. De omtrek van de vorm is de som van de lengtes van de randen. U kunt de oppervlakte van een figuur vanaf zijn omtrek berekenen als het een vierkant of een cirkel is. Dit type berekening kan nodig zijn in een wiskundeklas op de middelbare school of universiteit en kan ook nuttig zijn voor het vinden van een gebied in een landschaps- of renovatieproject.
Vierkant
Stap 1
Verdeel de omtrek van een vierkant door 4; Als de omtrek van een vierkant bijvoorbeeld 20 is, deelt u 20 door 4 om 5 te krijgen, de lengte van elke zijde.
Stap 2
Vermenigvuldig het antwoord uit stap 1 met zichzelf om de oppervlakte van het vierkant te vinden. Deze berekening wordt ook wel "kwadraat van een getal" genoemd. In het voorbeeld vermenigvuldig je 5 met 5 om 25 te krijgen.
Stap 3
Geef uw antwoord in vierkante eenheden aan. In het aangehaalde voorbeeld is uw antwoord 5 m², dat wil zeggen 5 vierkante meter.
Cirkels
Stap 1
Deel de omtrek (ook wel "omtrek" genoemd) door pi, die gelijk is aan 3,14. Bijvoorbeeld, voor een cirkel met een omtrek van 6 meter, deel 6 door 3,14 om 1,91 te krijgen; dat antwoord is de diameter van de cirkel.
Stap 2
Deel de diameter van de cirkel door 2 om de straal te krijgen. In het voorbeeld deelt u 1,91 door 2 om 0,955 te krijgen.
Stap 3
Maak de straal vierkant. Vermenigvuldig 0.9555 met 0.9555 om 0.91 te krijgen.
Stap 4
Vermenigvuldig je antwoord met 3,14 om de oppervlakte te vinden. Om het voorbeeld af te maken, vermenigvuldigt u 0,91 met 3,14 om 2,8574 vierkante meter te krijgen.