Inhoud
Studenten beginnen te leren over de eigenschappen van equivalente breuken tussen de derde en vijfde klas, afhankelijk van de eisen en normen van de basisscholen in hun land. Studenten blijven deze kennis gebruiken tijdens hun opleiding, zelfs op de middelbare school en op de universiteit. Gelukkig, zolang je de noemer van de tweede breuk hebt, is het vrij eenvoudig om de uitdrukking te vinden die overeenkomt met de eerste. Het is belangrijk om te onthouden dat een noemer de bodem van een breuk is.
routebeschrijving
Het begrijpen van breuken is een belangrijk aspect van het leren van wiskunde (Jupiterimages / Comstock / Getty Images)-
Begrijp het concept dat gelijkwaardige uitdrukkingen, of breuken met noemers, dezelfde waarde hebben. Dit is een van de belangrijkste begrippen die moet worden overwogen voordat de rest van het probleem zinvol is. Vergeet niet dat 1/2 gelijk is aan 2/4.
-
Schrijf het probleem in een notitieblok of een stuk papier. U zult één uitdrukking of breuk hebben, evenals de helft van de andere breuk (de noemer). Zet de twee uitdrukkingen in gelijkheidsrelatie. Als de eerste breuk bijvoorbeeld 1/2 is en u krijgt de 8 als de noemer van de tweede breuk, moet u "1/2 = n / 8" op het papier schrijven, waarbij "n" het deel van de expressie is dat u wilt vinden .
-
Doe de fractionele vermenigvuldiging van de breuken. Dit betekent het vermenigvuldigen van de teller van één breuk met de noemer van de andere en omgekeerd. In het voorbeeld "1/2 = n / 8" zou de kruisvermenigvuldiging "2 * n = 1 * 8" zijn, waarbij "n" het nummer is dat moet worden doorzocht.
-
Verdeel de kant zonder de variabele, of "n", door het getal dat ermee vermenigvuldigd moet worden. In ons voorbeeld zou dit het resultaat 4 produceren, aangezien 8 gedeeld door 2 gelijk is aan 4.
-
Zet het resultaat in stap 4 als de teller van de expressie waarvoor je alleen de noemer had. Dit geeft je de equivalente expressie, in het voorbeeld zou dit betekenen dat de equivalente expressie 1/2 4/8 is, omdat n gelijk is aan 4.