Inhoud
Een weegschaal is een eenvoudige en verrassend nauwkeurige manier om het gewicht van twee objecten te vergelijken. Het werkt als een wip. Als de objecten aan elke kant van de schaal gelijke gewichten hebben, is er dezelfde afstand tot de steun en zijn ze perfect in balans. Anders trekt de zwaardere een kant naar beneden.
Stap 1
Neem een dunne plank van ongeveer 5 cm breed en 30 tot 60 cm lang. Vind haar zwaartepunt door het op je vinger te balanceren. Sla een spijker door het midden.
Stap 2
Snijd de bodem van twee petflessen van gelijke grootte. U kunt een kleiner deel van de bodem of een groter deel afsnijden, op voorwaarde dat elke fles gelijk wordt gesneden.
Stap 3
Bevestig een flesbodem aan elk uiteinde van de houten plank zodat ze naar elkaar toe wijzen. U kunt tape of lijm gebruiken of ze gewoon op het bord plakken.
Stap 4
Snijd de bovenkant van een fles van 2 L. Snijd er vervolgens twee holtes in, zodat de nagels nergens kunnen leunen. Leg een beetje aarde of stenen op de bodem van de fles om het apparaat gewicht en stabiliteit te geven.
Stap 5
Plaats de spijkers in de holtes met de bodems naar elkaar toe en kijk naar de schaal. Als het aan de ene kant hangt, plaats dan een klein beetje gewicht op de andere totdat de set in balans is. U kunt kleine stukjes tape of druppels lijm gebruiken om het gewicht te evenaren. Als het eenmaal is gestabiliseerd, kunt u het als balans gebruiken.