Inhoud
- Berekenen van de centrale hoek
- Stap 1
- Stap 2
- Stap 3
- Omtrek berekenen
- Stap 1
- Stap 2
- Stap 3
- Booglengte berekenen
- Stap 1
- Stap 2
- Stap 3
Het berekenen van de lengte van een boog, een centrale hoek en een omtrek van een cirkel zijn niet alleen taken, maar essentiële vaardigheden voor geometrie, trigonometrie en meer. De booglengte komt overeen met de grootte van een deel van de cirkelomtrek. Een centrale hoek is er een waarbij het hoekpunt in het midden van de cirkel ligt en de zijkanten door twee punten in de cirkel gaan. Een omtrek is de afstand rond een scherpe bocht. Het berekenen van elk van deze metingen is eenvoudig als u over de juiste tools beschikt en de juiste formules gebruikt.
Berekenen van de centrale hoek
Stap 1
Plaats de oorsprong van de gradenboog op de top van de hoek.
Stap 2
Plaats de gradenbooglijn aan een kant van de hoek.
Stap 3
Noteer het nummer op de gradenboog waar de tweede kant van de hoek door het instrument gaat. Als de hoek groter is dan 90 graden, noteert u het grootste getal. Als de hoek kleiner is dan 90 graden, noteer dan het kleinste getal. Dit is de maat van de centrale hoek.
Omtrek berekenen
Stap 1
Bepaal de straal van de cirkel door een lijn te trekken vanaf een punt op de cirkel naar het centrale hoekpunt en vervolgens de lengte van deze lijn te meten. De berekening voor het bepalen van de omtrek is tweemaal Pi maal de straal.
Stap 2
Merk op dat Pi, een irrationeel getal, ongeveer gelijk is aan 3,14. Dit is het nummer dat u in uw vergelijking moet gebruiken, tenzij uw rekenmachine een Pi-knop heeft.
Stap 3
Vermenigvuldig 2 keer 3,14 keer de straal om de omtrek te berekenen.
Booglengte berekenen
Stap 1
Bereken de centrale hoek van uw cirkel en geef deze hoek vervolgens weer als een breuk. Aangezien er 360 graden zijn in alle cirkels, laat u 360 als noemer staan. Voeg de hoekmeting toe als de teller.
Stap 2
Geef de breuk weer als een decimaal getal, waarbij u de teller deelt door de noemer.
Stap 3
Bereken de omtrek van de cirkel. Vermenigvuldig vervolgens de omtrek met het decimaal dat in stap 2 is berekend. Dit geeft de booglengte.