Inhoud
De berekening om de waterstroom te bepalen is "Hoeveelheid = Snelheid x Oppervlakte". Deze formule bepaalt hoeveel water er uit een pijp of beek komt. Veel boeren willen weten hoeveel water er op een bepaald moment uit een rivierbedding wordt gepompt, zodat het kan worden gebruikt om door waterkracht aangedreven generatoren of pompen te maken.
Instructies
Stap 1
Bepaal de snelheid van het water. Dit wordt gedaan door een sectie van 6 meter in een buis of beek te markeren. Laat de bal bij het startpunt. Gebruik de stopwatch en noteer hoeveel seconden het duurt voordat de bal het eindpunt bereikt. Verdeel 6 door het aantal seconden. Als je bijvoorbeeld 15 seconden nodig hebt om de bal een afstand van 6 meter af te leggen, dan is de berekening 6/15 = 0,4 meter per seconde. Herhaal dit proces minstens drie keer om een nauwkeuriger resultaat te garanderen.
Stap 2
Meet de oppervlakte van de waterstroom. Gebruik het gedeelte van dezelfde ketting dat in de eerste stap werd gebruikt en bind een touw of draad over de waterstroom. Verdeel het touw in gelijke delen en markeer ze. Bepaal met een meetlint de diepte van de ketting bij elk van de markeringen.
Stap 3
Bereken de gemiddelde diepte van de waterstroom door de verkregen resultaten op te tellen en ze te delen door het aantal gemeten secties. Een waterstroom van 2 meter vijf keer gemeten met dieptes van 20, 18, 45, 30 en 22 centimeter zou worden berekend als 20 + 15 + 45 + 30 + 20 = 130 centimeter, wat gedeeld door 5 een totaal geeft van 26 centimeter of 0,26 meter. Vermenigvuldig 0,26 bij 2 (breedte van de stroom) voor een maat voor de totale oppervlakte van 0,52 vierkante meter.
Stap 4
Gebruik de verkregen getallen om de vergelijking op te lossen. Uit de bovenstaande voorbeelden zou de berekening moeten zijn: 0,4 x 0,52 = 0,20 kubieke meter per seconde vermenigvuldigd met 1000 geeft het resultaat van 170 liter per seconde. Dit is een geschatte berekening om te laten zien hoe de formule werkt.