Inhoud
De kracht van het leven is zelfs inherent aan een dennenboom, die mannelijke en vrouwelijke seksuele voortplantingsstructuren binnen dezelfde boom kan bevatten. Dennenbomen zijn gymnospermen, een plantensoort die zich voortplant via "kale zaden", of ongeopende zaden in een eierstok. Deze reproductiemethode vervangt de reproductiemethode door planten te bestuiven met bloemen of angiospermen. Dennenbomen komen oorspronkelijk uit Noord-Amerika, Europa en Zuidoost-Azië.
Strobile
De levenscyclus van een den begint bij de strobilus, de seksuele voortplantingsstructuur in een volledig volwassen den. Strobiles zijn ook bekend als dennenappels. De mannetjes bevinden zich onderaan de boom, terwijl de vrouwtjes aan de bovenkant structuren zijn. Strobiles worden als unisexuele structuren beschouwd omdat ze zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen herbergen. Mannelijke dennenappels op een den bevatten microsporocyten, korrels die uiteindelijk uitgroeien tot stuifmeel. In de lentemaanden geven mannelijke strobiles stuifmeel af in de lucht, dat bedoeld is om vrouwelijke dennenbloesems te bereiken.
Bestuiving
Zodra het stuifmeel in de lucht is vrijgegeven, vallen sommige korrels in vrouwelijke dennenappels. Hiermee begint de bestuivingsfase. Wanneer het stuifmeel op de strobile valt, vindt het uiteindelijk zijn weg naar de kern van de plant. Dit verandert de stuifmeelkorrel in een stuifmeelbuis. Als gevolg hiervan creëert de vrouwelijke strobile vier megaspores, die chromosomen bevatten. Van de vier megaspores zal er één overleven en een megagametofyt worden. De bestuivingsfase van het leven van een den duurt ongeveer een jaar, totdat de megagametofyt eieren ontwikkelt.
Bevruchting
Bij bevruchting komen somatische megagametofytcellen in contact met de pollenbuis. Wanneer dit gebeurt, voegt de pollenbuis twee kernen in voor de eieren en fungeren de kernen als sperma. Een van de kernen komt samen met de kern in het ei. Deze unie vormt een zygote. Uiteindelijk zal de zygote zich ontwikkelen tot een zaadje, dat een embryo bevat. Het zaad verspreidt zich van de vrouwelijke strobile door de wind of wilde soorten zoals vogels of insecten.
Groei
Nadat ze uit de vaderlijke boom zijn verspreid, vallen de dennenzaden op de grond en beginnen het groeiproces. Over het algemeen hebben pijnboomsoorten vol zonlicht nodig voor maximale groei. Dennenbomen geven de voorkeur aan zure of zandige bodems. Ze kunnen echter groeien in omgevingen die moeilijk zijn voor andere bomen, zoals rotsachtige locaties, kalksteen en habitats op grote hoogte. Dennen kunnen tot 45 m hoog worden en hebben een levensduur van meer dan 100 jaar.