Inhoud
Apen uit de Oude Wereld (Catarrhini) komen voor in tropische en subtropische streken van Azië en Afrika, hoewel de aap van het geslacht Macaca in Japan leeft. Het leefgebied van apen uit de Nieuwe Wereld (Platyrrhini) is in de tropische en subtropische gebieden van Zuid-Amerika. en centraal. Apen uit de Oude en Nieuwe Wereld komen uit twee verschillende evolutionaire takken en hoewel ze er erg op lijken, kun je na beter kijken zien dat ze veel verschillen hebben. Apen uit de Oude Wereld zijn onderverdeeld in twee verschillende families: Callitricidae, waaronder zijdeaapjes en tamarins, en Cebidae, waaronder slingerapen en brulapen. Apen uit de Nieuwe Wereld zijn ook onderverdeeld in twee groepen: Cercopithecinae, waaronder bavianen en apen, en Colobinae, waaronder de neusaap en colobus.
Nasale kenmerken
Apen uit de Nieuwe Wereld hebben een platte neus (platyrrhini), met neusgaten die naar de zijkanten opengaan en wijd open staan. Apen uit de Oude Wereld hebben een hangende neus (catarrhini), met neusgaten dichterbij en naar beneden open, ook een kenmerk van mensen.
Tanden
Apen uit de Oude Wereld hebben twee premolaren, speciaal gemaakt om de bovenste hoektanden te slijpen. De hoektanden van Catarrhini zijn groot en scherp, met een diastema (ruimte tussen de hoektanden en snijtanden). Apen uit de Nieuwe Wereld hebben drie premolaren, de laatste kies is vaak erg klein of bestaat niet.
Staarten
De New World Cebidae-groep zijn de enige apen die een grijpstaart hebben (staart aangepast om te grijpen en vast te houden). Apen uit de Oude Wereld hebben geen grijpstaart, maar hebben wel sciatische eelt rond de staart en aan de onderkant, die dicht eelt en gemaakt zijn om de zittende aap te ondersteunen voor voedsel, slaap en rust.
Vingers
Apen uit de Oude Wereld hebben schuine en opponeerbare duimen, vergelijkbaar met die van mensen, behalve Afrikaanse Colobine, die kleinere of afwezige duimen heeft. Apen uit de Nieuwe Wereld hebben duimen die op één lijn liggen met de rest van de vingers, en gebruiken de duim en de volgende vinger als een schaar. Sommige soorten Nieuwe Wereld-apen hebben vingernagels, terwijl Oude Wereld-apen nagels op alle vingers hebben.
Habitat en voedsel
Apen uit de Oude Wereld kunnen in meer habitats leven dan soorten uit de Nieuwe Wereld, die meestal tropisch of subtropisch en boombewonend zijn. Apen uit de Oude Wereld zijn meer aards en kunnen lange periodes op de grond doorbrengen, en verschillende soorten leven in verschillende terreinen en klimaten, waaronder tropische bossen, bergen en savannebanken. Apen uit de Nieuwe Wereld hebben een dieet dat voornamelijk bestaat uit kleine insecten en fruit. Ze zijn minder afhankelijk van bladeren dan apen uit de Oude Wereld, die voornamelijk bladeters zijn (die zich voeden met bladeren). Verschillende soorten apen uit de Oude Wereld eten fruit, insecten, granen en granen, evenals bladeren, afhankelijk van de soort en de habitat waarin ze leven.