Inhoud
Een isoquante curve toont de mogelijkheid om een bedrijf op een bepaald ingangsniveau te produceren. Onverschilligheidscurves verwijzen naar het voordeel dat een consument krijgt bij het kopen van items met een bepaald bedrag. Het verschil tussen deze twee tools is dat de isoquant de keuzes van een bedrijf laat zien, terwijl de indifferentiecurve de keuzes van een consument laat zien. Er zijn veel overeenkomsten tussen hen.
De twee grafieken tonen de keuzemogelijkheden bij het uitgeven van een bepaald bedrag (grafische bedrijfsgrafieken door Chad McDermott van Fotolia.com)
Mogelijke keuzes
De belangrijkste overeenkomst tussen de twee methoden is dat beide betrekking hebben op curven. Een tabel toont ook de beschikbare opties op een bepaald ingangsniveau. Het tekenen van de curve suggereert dat er tussenproductiemogelijkheden en consumptieopties zijn, zelfs als ze niet specifiek in de tabel worden vermeld, die beschikbaar zijn op punten langs de curve. Volgens Middlebury College omvat een kaart met isoquantcurven alle mogelijke productiekeuzes. Een kaart met indifferentiecurven omvat alle beschikbare consumptiekeuzes.
Het rendement maximaliseren
Beide curven gaan ervan uit dat de gebruiker probeert het rendement te maximaliseren. De rand van de isoquantcurve is het maximum dat een bedrijf kan produceren en de rand van de indifferentiecurve is het maximum dat een consument kan kopen. Het niet maximaliseren van rendement levert een rendement op onder de curve-lijn. Volgens de universiteit van Seattle gaan de twee grafieken ervan uit dat de curve het meest efficiënte gebruik van beschikbare bronnen vertegenwoordigt.
Marginale returns
Het marginale rendement is een kenmerk van beide soorten grafieken. De isoquant toont het resultaat van het toevoegen van een resource aan de productie als extra werknemers. In het begin zal het toevoegen van meer werknemers ervoor zorgen dat het bedrijf steeds meer goederen produceert, maar uiteindelijk zal het toevoegen van een extra arbeider de productie niet met hetzelfde aantal verhogen. Dit is vergelijkbaar met het marginale rendement op een indifferentiecurve. Een dorstige persoon krijgt een groot voordeel door een fles water te ontvangen, het ontvangen van duizend flessen is niet meer zo indrukwekkend.
compensatie
De compensaties zijn aanwezig in beide curven. Door meer dan één item in de fabriek te produceren, wordt de hoeveelheid van een ander item dat het kan produceren verminderd, en de tabel toont twee items. De isoquant toont niet de potentiële bijproducten die consumenten kunnen kopen, en laat evenmin toe dat de inputs niet volledig uitwisselbaar zijn. Voor de indifferentiecurve kiest de consument slechts tussen twee items, zoals wit of rood vlees. Het model vermeldt niet dat de consument bijvoorbeeld zeevruchten kan kopen.