Inhoud
- Wat is een wiskundige zin?
- Wat is een open wiskundige zin?
- Wat zijn voorbeelden van wiskundige zinnen?
- Wat zijn enkele andere wiskundige zinnen?
Wiskunde kan als een taal worden beschouwd en, net als ze allemaal, duurt het enige tijd om het onder de knie te krijgen. Zinnen in de wiskunde hebben getallen, variabelen en tekenen van gelijkheid of ongelijkheid. Een open zin in de wiskunde is elke uitdrukking met een of meer aanwezige variabelen.
Open wiskundige zinnen hebben ten minste één variabele (Hemera Technologies / AbleStock.com / Getty Images)
Wat is een wiskundige zin?
Een wiskundige zin wordt vaak een numerieke uitdrukking genoemd. Zinnen vertegenwoordigen dus een vergelijking of ongelijkheid en omvatten getallen, variabelen en operatoren: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Wat is een open wiskundige zin?
Een zin wordt geopend als deze een of meer variabelen bevat. De aanwezigheid van variabelen maakt het onmogelijk om een definitief antwoord te krijgen zonder te weten wat het vertegenwoordigt en staat daarom open voor interpretatie. Een oplossing (of oplossingen) kan de waarde van de variabelen bevredigen en de zin waar maken. Een open zin kan ook geen oplossing hebben.
Wat zijn voorbeelden van wiskundige zinnen?
Open zinnen hebben minstens één variabele nodig, zoals 3x = 4 + y, 80 = 8z en 2a + 6 = b + c. Dit zijn voorbeelden van open zinnen, omdat de oplossingen voor de variabelen x, y en z, evenals a, b en c respectievelijk onbekend zijn in de geschreven vergelijkingen. Getallen kunnen de onbekenden vervangen om de zinnen waar te maken.
Wat zijn enkele andere wiskundige zinnen?
Als alternatief kunnen wiskundige zinnen worden gesloten. Een gesloten wiskundige uitdrukking heeft geen onbekenden. Een voorbeeld van de gesloten wiskundige zin is 2 + 2 = 4, waar alle waarden worden gegeven. De gesloten zin kan waar of onwaar zijn wanneer deze is geschreven. Functies zijn een ander type wiskundige uitdrukking. De waarden van de functies zijn onbekend en kunnen worden voldaan door een reeks waarden. Een voorbeeld van een functie is f (x) = x + 4 en de relatie van een functie kan meerdere waarden hebben tot één of één op één.