Inhoud
Het type bodem in uw tuin zal een grote impact hebben op de groei en ontwikkeling van planten. Omdat sommige soorten meer water vasthouden dan andere, probeer dan het bodemtype te bepalen om de planten goed te irrigeren.
Soorten grond
Bodemtypen onderscheiden zich meestal door hun textuur. De vier meest voorkomende zijn zand, slib, slib en klei. Deze labels beschrijven hun textuur. Zandgronden zijn de beste, met losse deeltjes. Klei is het meest compact en zwaar.
Wateropname
Houd bij het bepalen van de waterabsorptie rekening met twee factoren: permeabiliteit, of het gemak waarmee water de grond binnendringt, en retentie, of hoe het water vasthoudt. Omdat zandgronden veel losse deeltjes hebben, hebben ze een hoge doorlaatbaarheid voor water, maar houden ze deze niet lang vast. Kleigronden, aan de andere kant, hebben een lage permeabiliteit en een hoge waterretentie. Bodemgrond heeft een gemiddelde doorlaatbaarheid en retentie, en slib bodem, lage permeabiliteit en hoge retentie.
Bodemveranderingen
Bodemveranderingen bieden tuinders de mogelijkheid om de opname van water uit de bodem te veranderen. Veel voorkomende veranderingen zijn de toevoeging van turf, houtspaanders, humus, mest, mest en zaagsel.