Inhoud
Het totale overschot is de som van de consumenten- en producentenoverschotten. Deze berekening toont de totale winst van een ruilverhouding tussen een producent en een consument. Economen gebruiken dit concept als referentie om de gevolgen van overheidsbeleid, zoals belastingen, te meten of om de mate van marktefficiëntie te meten. Een succesvolle transactie is een transactie waarvan het totale overschot is gemaximaliseerd. Hoewel het complex lijkt, is het totale overschot een eenvoudige formule om te berekenen.
Stap 1
Bereken het consumentensurplus. In de economie is het consumentensurplus het verschil tussen wat de consument bereid is te betalen voor een product en de marktprijs. Als een consument bijvoorbeeld bereid is R $ 50,00 te betalen voor een stoel, en de winkel verkoopt hetzelfde artikel voor R $ 30,00, dan is het consumentensurplus R $ 20,00.
Stap 2
Bereken het producentensurplus. Het producentensurplus wordt op dezelfde manier berekend als het consumentensurplus. Het producentensurplus is het verschil tussen de laagste prijs die een producent een product wil verkopen en de werkelijke prijs waartegen het wordt verkocht. Stel je voor dat de producent R $ 20 accepteert voor een stoel. De stoel wordt echter in de winkel verkocht voor R $ 30. Daarom is het overschot van de producent R $ 10.
Stap 3
Tel het consumentensurplus op bij het producentensurplus. Het resultaat van dit bedrag is gelijk aan het totale overschot.