Inhoud
Hoewel er veel antwoorden zijn om de moderne wetenschap en haar begin te definiëren, gebaseerd op verschillende historische interpretaties, blijven de kenmerken van de moderne wetenschap gelijk, ongeacht de historische tijden. De oudste data voor de geboorte van de moderne wetenschap variëren van de middeleeuwen, in 1277 tot de 17e eeuw. Sommige historici noemen een tweede wetenschappelijke revolutie die plaatsvond aan het begin van de 20e eeuw, met de komst van de kwantumfysica.
Observatievaardigheden
In tegenstelling tot de middeleeuwse wetenschap, die theologie en metafysica koos als het toppunt van wetenschappelijke kennis, verwijst de moderne wetenschap alleen naar natuurlijke objecten die kunnen worden waargenomen met de vijf zintuigen of met behulp van instrumenten. Als gevolg hiervan hebben observatiemethoden ook geleid tot takken van de zich ontwikkelende wetenschap die zich alleen bezighouden met theoretische componenten, zoals de kwantumfysica en sommige delen van de astronomie. Zodra de feiten zijn geobserveerd, getest en opnieuw getest, proberen wetenschappers hun waarnemingen te ordenen in de vorm van uitdrukkingen die wetenschappelijke wetten worden genoemd. Waarnemingen die nog niet op een consistente basis kunnen worden getest en bewezen, worden wetenschappelijke theorie genoemd.
Wetenschappelijke methode
De wetenschappelijke methode is een ander belangrijk onderdeel van de moderne wetenschap, omdat ze de objectieve basis beschrijft voor het testen en communiceren van resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Met behulp van de wetenschappelijke methode vormt een wetenschapper op basis van kennis een aanname over het resultaat van een proces of experiment en gebruikt vervolgens verschillende tests, die een of meer variabelen isoleren, om een doel en een overdraagbaar resultaat te verkrijgen. Als de hypothese niet overeenkomt met de conclusie van het experiment, moet deze worden aangepast om in overeenstemming te zijn met de resultaten.
Wiskunde
Een sterke nadruk op wiskunde en niet langer op filosofie, symbolen en attitudes is een ander kenmerk van de moderne wetenschap dat hand in hand gaat met het vermogen om te observeren en de wetenschappelijke methode. In de middeleeuwen, tot aan de tijd van Galileo Galilei, werd bijvoorbeeld gedacht dat de aarde het centrum van het universum was vanwege de houding en het symbolische belang van de mens als centrum van alles en de religieuze implicaties ervan, die door de kerk werden geëxposeerd. . Galileo's gebruik van wiskunde legde echter een van de fundamenten van de moderne wetenschap toen hij filosofie en speculatie verving door objectieve observatie. Isaac Newton, een van de grondleggers van de moderne wetenschap, bevestigde het belang van wiskunde verder door te theoretiseren dat het hele universum verklaard kon worden door het gebruik van wiskundige modellen.
Twee soorten wetenschap
De moderne wetenschap kan worden onderverdeeld in twee verschillende takken, die bekend staan als toegepaste wetenschap en pure wetenschap. Pure wetenschap beschrijft de wetenschap van ontdekking. Toegepaste wetenschap beschrijft het proces van het ontwikkelen van nieuwe technologieën en producten voor consumenten en is vaak het resultaat van de experimenten en theorieën van pure wetenschap. Terwijl de twee takken van de wetenschap gebruikmaken van het waarnemingsvermogen, de wetenschappelijke methode en de wiskunde, is zuivere wetenschap meer geïnteresseerd in het uitbreiden en testen van de bestaande hoeveelheid wetenschappelijke kennis, terwijl toegepaste wetenschap probeert die kennis te gebruiken.