Inhoud
Zijden kleding is uitgevonden door de oude Chinezen. In China is zijde zelfs zo gewaardeerd dat mensen hun belasting met de stof zijn gaan betalen. Vrouwen werden meestal aangeduid als zijdemakers en volgden een strikt productieproces in een gecontroleerde omgeving. De gebruikte zijderupsen werden zelfs uit de buurt gehouden van harde geluiden.
De geschiedenis van Chinese zijde
Hsi-Ling-Shih, echtgenote van de Gele Keizer van 3000 voor Christus, vond het weefgetouw en de teelt van de zijderups uit, volgens de mythe en legende. Archeologisch bewijs van banden, draden, spingereedschap en stukjes stof werd gedateerd tussen 7000 en 2300 voor Christus.In het begin was zijden kleding alleen beschikbaar voor de keizer en zijn familie. Tijdens de periode van strijdende staten (van 475 tot 221 v.Chr.) Kwamen zijdeproducten echter beschikbaar voor de algemene bevolking. Tijdens de 2e eeuw voor Christus exporteerden de Chinezen voor het eerst zijde naar andere landen, en zijde werd een essentieel onderdeel van de Chinese economie.
Hoe zijde wordt vervaardigd
Ruwe Chinese zijde wordt gemaakt door de larven van de blinde Bombyx mori-mot, die niet kan vliegen. Deze soort wordt gekweekt uit een wilde mot, exclusief voor China. Motten leggen 500 eieren in een week en gaan dan dood. Uit de eieren komen 30.000 zijderupsen uit, die zich voeden met grote hoeveelheden moerbeibladeren. De cocons die deze larven creëren, geven aanleiding tot zijde.
Chinees zijde-weefproces
De Chinezen hielden tweeduizend jaar lang het zijdeweefproces, of de zijdeteelt, als een goed bewaard geheim. Cocons van zijderupsen worden acht of negen dagen op een warme, droge plaats bewaard. Door ze te roosteren of te stomen, worden de larven gedood. De cocons worden ondergedompeld in warm water om de filamenten los te maken, die vervolgens op een spoel worden gewikkeld. Vijf tot acht strengen worden samen gesponnen om een lijn te vormen. Het laatste proces is om de draden te weven om kleding te vormen.