Kinderarbeid in de industriële revolutie

Schrijver: Eric Farmer
Datum Van Creatie: 9 Maart 2021
Updatedatum: 21 November 2024
Anonim
Kinderarbeid in de industriële revolutie - Wetenschap
Kinderarbeid in de industriële revolutie - Wetenschap

Inhoud

De industriële revolutie van de 17e eeuw veroorzaakte een massale migratie van landarbeiders naar stedelijke sectoren, op zoek naar betere lonen. In de steden werden ambachtslieden en geschoolde arbeiders, zoals wevers, vervangen door gemechaniseerde productie. Stoommachines, die de productiviteit verhoogden, veroorzaakten een arbeidsdeling en transformeerden traditionele arbeid. Zelfs vóór de fabriekswet van 1833, die kinderarbeid verbood, waren de meeste fabrieksarbeiders tijdens de industriële revolutie kinderen.

Soorten werk

Er waren twee vormen van kinderarbeid tijdens de industriële revolutie: kinderen geclassificeerd als parochie-leerling (leerling-wees) en gratis arbeidskinderen (kinderen die samen met hun ouders in fabrieken werkten). De eerste waren weeskinderen die onder de hoede waren van de Britse regering. Fabriekseigenaren boden onderdak en voedsel in ruil voor hun werk; zij ontvingen geen contante vergoeding. Degenen die extreem lage lonen ontvingen, verdienden de titel van gratis arbeidskinderen; sommigen waren pas vijf jaar oud en werkten in fabrieken en kolenmijnen. Door de groei van het weven werkten veel kinderen in katoenfabrieken, waar ze het grootste deel van hun tijd doorbrachten op plaatsen met weinig frisse lucht en zonder activiteit. Ze werden ook ingehuurd om te werken in fosforfabrieken, als schoorsteenvegers en bij de fabricage van bakstenen.


Arbeidsomstandigheden

Fabriekswerk was een ‘toevluchtsoord’ voor gezinnen die met honger en dood werden geconfronteerd. Ouders rekenden op het inkomen van hun kinderen en zagen deze baan als een kans. Fabriekswerk bestond uit repetitieve handmatige taken. Kinderen werkten op onhygiënische plaatsen en werden blootgesteld aan giftige en onaangename chemicaliën. Degenen die in fosforfabrieken werkten, kwamen in aanraking met hoge concentraties van dit materiaal, waardoor hun tanden gingen rotten. Sommigen stierven door overmatige inademing van fosforgassen. In katoenfabrieken manipuleerden kinderen vaak gevaarlijke machines en liepen ze ernstige verwondingen en ongelukken op. Sommigen vielen in de machines vanwege de slaap veroorzaakt door buitensporige werktijden, terwijl andere werden verpletterd door gevaarlijke machines. Degenen die in de kolenmijnen werkten, stierven door explosies en verwondingen.

Werkdruk

Industrieel werk was niet gereguleerd en de kinderen deden uitputtende activiteiten, ze werkten tussen de 12 en 19 uur per dag, zes keer per week, met een uur pauze. Het was niet ongebruikelijk om om 5 uur 's ochtends aan de reis te beginnen en tot 22.00 uur te werken. Het dragen van horloges was niet toegestaan ​​en fabrieksarbeiders manipuleerden de uren om kinderen buiten de normale uren in fabrieken te houden.