Inhoud
De groei van het menselijk hoofd is een complex proces, vanaf het moment van conceptie tot aan de volwassenheid. De vorm, grootte en structuur van het hoofd is in de loop der jaren sterk veranderd.
Kenmerken
De menselijke schedel bestaat uit 22 botten. Botten worden vergezeld door zowel amfiartrose (licht beweeglijke gewrichten) als synartrose (immobiele gewrichten).
Bezetting
Hechtingen, de vezelachtige membranen tussen de botten, zorgen ervoor dat de schedel kan groeien en uitzetten wanneer deze nog in ontwikkeling is. Hechtingen die te snel sluiten, kunnen de groei van het hoofd en de ontwikkeling van de hersenen beïnvloeden.
Schema
De periode waarin het hoofd het meest groeit, is tussen de geboorte en 7 jaar. Het eerste jaar toont een grotere toename van de schedelfossa als gevolg van hersenontwikkeling tijdens deze periode.
Normale groei
Volgens de National Institutes of Health (NIH) is het hoofd van een normale pasgeborene ongeveer 2 cm groter dan zijn ribbenkast. Bij een leeftijd van 6 maanden tot 2 jaar hebben de kop en de ribbenkast dezelfde afmetingen. Na 2 jaar is het hoofd kleiner dan de ribbenkast.
Abnormale groei
Kinderartsen controleren de hoofdomtrek van kinderen, aangezien abnormale groei een teken kan zijn van een probleem. Een groot hoofd kan worden veroorzaakt door aandoeningen zoals de ziekte van Canavan, het syndroom van Hurler of het syndroom van Morquio. Een klein hoofd (microcefalie) kan erop wijzen dat de hersenen zich niet goed ontwikkelen.