Inhoud
Periventriculaire witte-stofziekte is niet echt een ziekte. Dit misverstand bestaat omdat gezondheidswerkers het meestal zo noemen, maar de periventriculaire witte stof is iets normaals in de hersenen en veranderingen in deze witte stof komen vaak voor met de leeftijd. Verwondingen, die aan de hand van afbeeldingen worden geïdentificeerd, kunnen leiden tot een "ontkoppeling" tussen bepaalde delen van de hersenen, waardoor verwarring, gebrek aan evenwicht of dementie ontstaat.
Oorzaken
Een tekort aan periventriculaire witte stof (SBP) heeft verschillende oorzaken, waaronder veroudering, kleine beroertes (beroerte) of aandoeningen die verband houden met multiple sclerose. Studies hebben aangetoond dat meer dan een derde van de MRI-scans bij mensen ouder dan 65 jaar enkele SBP's laten zien. De aandoening is ook in verband gebracht met een vitamine B6-tekort. SBP kan worden veroorzaakt door kleine beroertes of migraine. De onderzoekers denken dat kleine bloedingen in de hersenen soms de oorzaak zijn van de verwondingen.
Symptomen
Een van de symptomen van SBP is een verminderde snelheid en moeite met lopen met evenwicht. Langzamer lopen is een symptoom, niet noodzakelijk een indicatie van letsel, en mensen hebben de neiging om langzamer en voorzichtiger te lopen naarmate ze ouder worden. Een ander symptoom kan verwarring of verminderde mentale capaciteit zijn. Afhankelijk van de locatie van het letsel kan het vermogen om helder te denken of een bepaalde taak uit te voeren verminderd zijn.
Preventie
Het wordt aanbevolen om kleine doses B6-supplementen te nemen en stress te verminderen. Het verminderen van hypertensie en stoppen met roken zijn ook belangrijke preventieve maatregelen. Bovendien heeft 20% van de migrainepatiënten 20% kans op blessures (vergeleken met 1,4% van de algemene bevolking). Het toedienen van migraine met bètablokkers in combinatie met andere medicijnen is een van de sleutels om het risico op het ontwikkelen van laesies te verminderen.
Behandeling
Wanneer de laesies verschijnen, zijn de effecten permanent. Behandeling kan helpen om zich aan te passen aan nieuwe symptomen (dwz onbalans) of het proces te vertragen, dat nog niet ongedaan kan worden gemaakt. Fysiotherapie is een belangrijk onderdeel van SBP-management. Er is weinig bewijs dat aantoont dat een medicamenteuze behandeling de effecten van het probleem zal helpen verminderen. Onderzoek suggereert echter dat antidepressiva en antiparkinsongeneesmiddelen in sommige gevallen nuttig kunnen zijn. Als de patiënt al medicatie gebruikt die de hersenen of het denkvermogen beïnvloedt, kan het aanpassen van de dosis of het overschakelen op een vergelijkbaar medicijn de symptomen helpen verlichten.
Gevolgtrekking
SBP kan worden voorkomen, maar preventie moet worden aangemoedigd, de sleutel om ermee te leven is om een manier te vinden om ermee om te gaan. Hoewel er geen indicatie van letsel is, zullen er andere verschijnen en kunnen individuele verwondingen in de loop van de tijd groter worden, waardoor extra schade ontstaat. Het opsporen van een blessure is ook belangrijk met betrekking tot de motorische vaardigheden. Fysiotherapie zal deze vaardigheden ontwikkelen en stimuleren.