Inhoud
In een ionische binding tussen atomen neemt het ene atoom een elektron van het andere en wordt negatief, terwijl zijn partner positief wordt. De twee atomen worden dan verbonden door hun tegengestelde ladingen. In tegenstelling tot een covalente binding delen twee atomen een paar elektronen. Als een atoom echter een grotere aantrekkingskracht heeft voor elektronen - een eigenschap die bekend staat als elektronegativiteit - wordt het gedeeltelijk negatief en wordt gezegd dat de binding een ionisch deel is.
Stap 1
Zoek naar de elektronegativiteitswaarden van de elementen met de twee aangrenzende atomen die een binding verdelen. U kunt elektronegativiteitswaarden meestal vinden in het periodiek systeem of grafieken in scheikundehandboeken en naslagwerken.Als u bijvoorbeeld de broomwaterstofzuurverbinding (HBr) kiest, moet u de elektronegativiteitswaarde van waterstof (H is 2,1) en broom (Br is 2,8) controleren.
Stap 2
Trek de laagste elektronegativiteitswaarde af van de hoogste waarde om het verschil tussen de twee te vinden. In het geval van HBr is het verschil 2,8 - 2,1 = 0,7.
Stap 3
Bereken het ionische karakter van de binding tussen de twee atomen volgens de volgende formule: 1 - e ^ [(-0,25) (X ^ 2)], waarbij "X" het verschil in elektronegativiteit is dat je zojuist hebt gevonden. De term "e" in deze vergelijking is een wiskundige constante die bekend staat als een Euler-getal en de meeste wetenschappelijke rekenmachines bevatten deze functie. In het HBr-voorbeeld is de berekening als volgt: 1 - e ^ [(-0,25) (0,7 ^ 2)] = 1 - e ^ (-0,1225) = 1-0,88 = 0,12
Stap 4
Vermenigvuldig de berekende waarde met 100 om het percentage van het ionische karakter van de binding te krijgen. In dit geval is tussen de twee atomen van HBr 100 x 0,12 = 12%.