Inhoud
Linker atriale hypertrofie betekent dat de linker bovenkamer van het hart harder werkt dan zou moeten, waardoor het groter wordt. Deze hypertrofie kan het gevolg zijn van hypertensie, defecte hartklep, veroudering of obesitas. Tijdens het proces wordt het atrium dikker om harder te pompen, maar zonder behandeling kan dit ernstige complicaties veroorzaken.
Oorzaken
Alles wat bijdraagt aan het verhogen van de bloeddruk, overbelast het hart en kan het linker atrium vergroten. Men kan het hebben over veroudering, hypertensie, zwaarlijvigheid en ziektes zoals cardiomyopathie of een verdikking van de aorta, de grote slagader die het hart verlaat. Een veel voorkomende oorzaak van linker atriale hypertrofie is een defecte mitralisklep. Als de klep niet volledig sluit, pompt het linker atrium het bloed niet volledig in de linker hartkamer. Het bloed komt terug, waardoor er meer druk ontstaat en het atrium groter wordt. De mitralisklep kan beschadigd raken door reumatische koorts, geboorteafwijking, kalkaanslag, tumoren, radiotherapie van de borstkas of bepaalde medicijnen. Hypertrofische cardiomyopathieën zijn een groep ziekten waarbij de onderste kamers van het hart dikke wanden ontwikkelen. Omdat de spierwanden stijf worden, kan de mitralisklep niet goed sluiten.
Symptomen
Een persoon met linker atriale hypertrofie wordt gemakkelijk moe bij lichamelijke activiteit, heeft kortademigheid, hartkloppingen en gezwollen voeten of enkels. Andere tekenen zijn aanvallen van bronchitis of hevig hoesten, soms met bloed in het sputum.
Complicaties
Zonder behandeling kan een hypertrofisch linker atrium leiden tot hartfalen, verhoogd bloed en vocht in de longen en atriumfibrilleren, een aandoening waarbij de bovenste kamers van het hart snel en ongecontroleerd kloppen. Hierdoor pompen de atria minder bloed rond en kunnen ze zich ophopen en stollen in de atria. Het risico bestaat dat het stolsel breekt, door bloedvaten stroomt en slagaders in de hersenen blokkeert, waardoor een beroerte ontstaat.
Diagnostische opties
Röntgenfoto's van de borst en elektrocardiografie worden gebruikt om aan te geven of atriale hypertrofie het gevolg is van stoornissen of vernauwing van de mitralisklep of een toename van de druk in het hart.
Behandeling
De gebruikte behandeling hangt af van de oorzaak van de hypertrofie. De mitralisklep kan worden behandeld of vervangen. Bètablokkers en calciumantagonisten, zoals verapamil, zorgen ervoor dat de hartspier soepeler samentrekt, waardoor de boezems zich volledig met bloed kunnen vullen, waardoor de stroom tussen de kamers wordt vergemakkelijkt. Een cardioverter-defibrillator kan in het lichaam worden geïmplanteerd om atriale fibrillatie onder controle te houden. In veel gevallen kan een operatie of alcoholische ablatie worden uitgevoerd om de wanden van het hart te verdunnen en de doorbloeding te verbeteren.