Inhoud
Structuren helpen mensen te begrijpen hoe een bedrijf is ontwikkeld en hoe het moet werken. De rapportagestructuren van een bedrijf worden beïnvloed door de verschillen tussen een matrixstructuur en een divisiestructuur. Matrixstructuren zijn georganiseerd in producten en functies, terwijl divisiestructuren zich richten op producten, markten en geografische locaties. De structuur van een organisatie heeft invloed op de manier waarop informatie, middelen en activiteiten worden uitgevoerd. Door de verschillen tussen deze twee typen te kennen, kan iemand beter begrijpen hoe de inspanningen van werknemers in een organisatie worden beheerd.
Matrix structuur
De matrixstructuur groepeert medewerkers in functie- en productvelden. Het richt zich meestal op individuele producten, productlijnen of functies. Product C en Product D vertegenwoordigen bijvoorbeeld twee afzonderlijke structuren met verschillende commandostructuren: elk omvat verkoopondersteuning, IT-ondersteuning, klantenservice en operationele ondersteuning. De matrixstructuur is complex, maar maakt een aanpak mogelijk die zowel op producten als op functies is gericht.
Divisiestructuur
De divisiestructuur wordt gescheiden door afdelingen die vrijwel onafhankelijk zijn van productlijnen, markten of geografische locaties. Hoe groter de organisatie, hoe waarschijnlijker het is dat ze een divisiestructuur heeft, die eenvoudiger te beheren is en duidelijkere controlelijnen biedt. Een bedrijf kan aparte divisies hebben voor elk product, voor elk marktgebied waaraan het bedrijf verkoopt, of voor elke geografische locatie waarin het bedrijf actief is.
Controle over het gebruik
De divisiestructuur biedt meer controle, aangezien elke medewerker alleen rapporteert aan de structuur waarin hij zich bevindt. Een voorbeeld hiervan is een personeelsafdeling die in China werkt en rapporteert aan het kantoor van dat land. In een matrixstructuur kan een medewerker rapporteren aan twee verschillende autoriteiten, wat meer gebruik mogelijk maakt, maar een complexere operatie - een verkoopmedewerker kan bijvoorbeeld rapporteren aan productmanager A en de verkoopmanager.
Organisatiestructuur en omvang
De gebruikte structuur is altijd afhankelijk van de grootte van de organisatie. Multinationale bedrijven hebben waarschijnlijk lokale controle, wat het beste kan worden gedaan door een divisiebenadering; een bedrijf dat in één gebied is gevestigd, kan werken met een matrixstructuur. Hoe groter de communicatielijnen en de besturingslocatie, hoe kleiner de kans dat de matrixstructuur wordt gebruikt.