Inhoud
TIG (Tungsten Inert Gas) en MIG (Metal Inert Gas) zijn twee soorten booglasprocessen. Er zijn weinig overeenkomsten tussen de twee methoden en er zijn veel verschillen.
Elektrode
De TIG-methode maakt gebruik van een wolfraamelektrode die niet wordt verbruikt tijdens het lasproces. Bij MIG-lassen wordt daarentegen een metalen elektrode gebruikt die als vulmiddel bij het lassen fungeert en tijdens het lassen wordt verbruikt.
Beschermgas
TIG gebruikt voornamelijk argon als beschermgas en soms helium. Argon is ook het belangrijkste beschermgas dat wordt gebruikt bij MIG-lassen, maar mengsels van argon en kooldioxide worden vaak gebruikt voor verschillende toepassingen.
Vulmateriaal
TIG vereist een apart vulmateriaal of in de vorm van een staaf of draad, omdat de elektrode niet wordt verbruikt. MIG levert het vulmateriaal via de elektrode.
Werkstukmaterialen
TIG-lassen kan op vrijwel elk metaal worden toegepast, van staal tot aluminium en exotische legeringen. MIG is ontwikkeld voor non-ferro metalen, maar kan ook op staal worden toegepast.
Moeilijkheidsgraad
TIG wordt als moeilijker beschouwd dan MIG-lassen omdat er een grotere tolerantie moet worden gehandhaafd tussen de elektrode, de draad en het werkstuk.