Inhoud
Er zijn verschillende soorten turbines op de markt, zoals nucleaire, gas- en stoomturbines. Gas- en stoomturbines zijn aangesloten op warmte, die op verschillende manieren kan worden geproduceerd. De stoomturbine is al lang vóór de gasturbine uitgevonden.
Stoom turbines
Stoomturbines wekken energie op uit water dat in een ketel wordt verwarmd. Het water wordt verwarmd tot het stoom wordt, dat uitzet. Stoom onder hoge druk zorgt ervoor dat de turbinebladen in een generator draaien, waardoor elektriciteit wordt opgewekt. De stoom wordt weer gecondenseerd in water en teruggevoerd naar de ketel om te worden opgewarmd.
Gasturbines
Gasturbines zijn vooral bekend om hun gebruik in vliegtuigen. Lucht komt een compressor binnen en stroomt in een verbrandingskamer. Daar vermengt de lucht zich met een gas en wordt de ontsteking uitgevoerd, waardoor een hogedrukontlading ontstaat waarvan de expansie de turbine en de luchtcompressor verbindt.
Brandstof
Het grootste verschil tussen stoom- en gasturbines is de brandstof die door elk wordt gebruikt. Stoomturbines gebruiken water, maar gasturbines kunnen verschillende gassen gebruiken: natuurlijk, benzine, propaan, diesel en kerosine. Waterdamp kan worden gerecycled in de ketel, terwijl gasemissies kunnen worden hergebruikt, maar niet voor hetzelfde doel.
Cycli
Een ander groot verschil tussen gas- en stoomturbines is het type cyclus dat door elk wordt gebruikt. De stoomturbine gebruikt de Rankine-cyclus als thermodynamische cyclus, terwijl de gasturbine de Brayton-cyclus gebruikt. De Rankine-cyclus zet in feite warmte om in werk. De Brayton-cyclus bestaat uit lucht die in een motor wordt geïnjecteerd, die wordt ontstoken met brandstof.