Inhoud
Studenten van over de hele wereld gebruiken landkaarten en globes. Opvoeders gebruiken ze om relaties tussen landen te tonen, afstanden tussen steden, waar ze exacte referenties zijn, en om te helpen verduidelijken waar en hoe mijlpalen zijn gebeurd. Hoewel de aarde een nauwkeuriger weergave van de aarde heeft, geven veel leraren en studenten de voorkeur aan kaarten. Zelfs met een vergrote en tweedimensionale perceptie die niet proportioneel is, zijn kaarten beter dan globes.
Kaarten zijn meer variabel dan bollen (Zeekaartenreeks: Zuid-Chinese Zee afbeelding door Stasys Eidiejus van Fotolia.com)
afmeting
Omdat het tweedimensionale stukjes papier zijn, nemen de kaarten gemakkelijk toe en af. U kunt een kaart gebruiken die groot genoeg is voor iedereen om te bekijken, of klein genoeg om deze afzonderlijk te bekijken. Globes worden meestal in slechts één formaat geproduceerd, wat voor veel mensen te klein is om helder te zien en te groot voor elke persoon om de jouwe te hebben. Tweedimensionale kaarten zijn goedkoop en gemakkelijk te kopiëren en te spelen in bulk of kunnen enorm groot zijn wanneer ze worden geopend en kunnen tegelijkertijd worden opgerold en opgeslagen in een hoes.
benaderen
Met kaarten kunnen leraren plaatsen over de hele wereld uitbreiden, zodat studenten de structuur van steden en centra van dichtbij kunnen bekijken. Kaarten bestaan over de hele wereld, van landen, staten en steden tot straathoeken. Door deze verschillende soorten kaarten samen te gebruiken, kan de student de wereld om hen heen begrijpen.
Visueel contact
Het is veel gemakkelijker om de afstand tussen de locaties van de aarde op een kaart te zien dan op een wereldbol. Omdat ze plat zijn, is de kleinste afstand tussen twee punten op een kaart een rechte lijn. Studenten kunnen eenvoudig het begin en het einde van de lijn zien en bepalen hoe dichtbij of veraf deze twee punten zijn. Dit is moeilijk op een globe omdat het driedimensionaal is. Als een student bijvoorbeeld wil zien hoeveel Washington, D.C., ver van Istanbul verwijderd is, moet hij de wereld omdraaien om de steden te vinden. De beweging maakt het moeilijk om de afstand te zien en het begrip is verloren. Al in een platte kaart is het mogelijk om het punt van elke stad te visualiseren en de afstand tussen de vingers te meten met slechts een blik.