Inhoud
Door het ademhalingsproces op te splitsen in twee categorieën, intern en extern, kan een aantal van de complexiteit van dit biologisch belangrijke proces worden verduidelijkt. Samen zorgen de verschillende onderdelen van de ademhaling ervoor dat organismen gassen kunnen uitwisselen met hun omgeving en energie kunnen omzetten in een vorm die bruikbaar is voor cellen.
Belang
Alle levende organismen voeren een of andere vorm van ademhaling uit om energie op te wekken en gassen uit te wisselen.
Externe ademhaling
Externe ademhaling bij de meeste organismen wordt uitgevoerd door inademing en uitademing.
Interne ademhaling
Interne ademhaling bestaat uit twee delen: gasuitwisseling en cellulaire ademhaling, een chemische reactie waarbij suiker wordt omgezet in chemische energie.
Gasuitwisseling
De gasuitwisseling, of uitwisseling van kooldioxide voor zuurstof, vindt bij dieren plaats via een ademhalingsoppervlak. Bij mensen zijn dit de fijne haarvaatjes in onze longen. Bij vissen komt het voor via de kieuwen en sommige organismen wisselen gassen uit via de huid. Bij planten vindt deze uitwisseling plaats via poriën in de bladeren, huidmondjes genaamd.
Cellulaire ademhaling
Cellulaire ademhaling, de tweede fase van interne ademhaling, is een chemische reactie waarbij zuurstof nodig is om suiker om te zetten in de chemische energie die cellen nodig hebben om te functioneren. Bij deze omzetting wordt koolstofdioxide geproduceerd en vervolgens verwijderd.