Inhoud
Het verdelen van het ademproces in twee categorieën, intern en extern, kan helpen om enkele van de complexiteit van dit biologisch belangrijke proces te verduidelijken. Samen zorgen verschillende delen van de ademhaling ervoor dat organismen gas uitwisselen met hun omgeving en energie omzetten in een vorm die bruikbaar is voor cellen.
De longen zijn de belangrijkste organen die betrokken zijn bij de ademhaling van de meeste dieren (Afbeelding door Flickr.com, met dank aan Rob en Stephanie Levy)
belang
Alle levende organismen voeren een vorm van ademhaling uit om energie te genereren en gassen uit te wisselen.
Externe ademhaling
Externe ademhaling bij de meeste organismen wordt bereikt door inademing en uitademing.
Interne ademhaling
De interne ademhaling bestaat uit twee delen: de gasuitwisseling en de cellulaire ademhaling, een chemische reactie waarbij de suiker wordt omgezet in chemische energie.
Gas uitwisseling
Gasuitwisseling, of uitwisseling van koolstofdioxide voor zuurstof, vindt plaats bij dieren via een ademhalingsoppervlak. Bij mensen zijn dit de fijne haarvaten van onze longen. Bij vissen gebeurt het door de kieuwen en sommige organismen wisselen de gassen door de huid. In planten vindt deze uitwisseling plaats via poriën in de bladeren, huidmondjes genaamd.
Cellulaire ademhaling
Cellulaire ademhaling, de tweede fase van interne ademhaling, is een chemische reactie waarbij zuurstof nodig is om suiker in de chemische energie te veranderen die cellen nodig hebben om te functioneren. Koolstofdioxide wordt geproduceerd tijdens deze conversie en wordt vervolgens geëlimineerd.