Inhoud
De bloeitijd van analoge computers vond plaats in de jaren '40 en '70. In tegenstelling tot de huidige gewone computers, die werken op binaire gegevens, gebruiken analoge modellen continue elektronische signalen. Ze simuleren fenomenen uit de echte wereld door spanningen over meerdere elektrische circuits te verwerken. Net als op een digitale computer is een analoog systeem programmeerbaar zodat het verschillende taken kan uitvoeren.
Analoge computers gebruiken meters om resultaten te kwantificeren (Medioimages / Photodisc / Photodisc / Getty Images)
Check in
Analoge computers werken met gegevens in de vorm van spanningssignalen. Sommige variëren met de tijd. De invoerparameters voor de computer worden geconfigureerd door schakelaars en schakelaars in te stellen. Sommige selectors bepalen stabiele spanningen, andere veranderen de frequentie van oscillerende spanningen. Een analoge computer kan ook spanningen verwerken van externe bronnen. Fijne aanpassingen in de programmering worden gedaan door zorgvuldige instellingen op de schuifregelaars terwijl de uitvoer van de computer wordt bekeken.
koppelingen
Om een analoge computer te programmeren, worden er verbindingen gemaakt tussen verschillende circuitmodules met behulp van kabels. Elke schakeling heeft een reeks ingangs- en uitgangsaansluitingen; de output van één module is verbonden met de input van een andere. Het is mogelijk om de output van een circuit aan te sluiten op verschillende inputs van anderen; het is bijvoorbeeld mogelijk om twee modules tegelijkertijd aan te passen via een spanningskiezer, die de selectoruitgang verbindt met de twee module-ingangen. Circuitregels verhinderen meestal de verbinding van de ene invoer naar een andere, evenals van de ene uitvoer naar de andere; dit kan de circuits beschadigen of onvoorspelbare resultaten opleveren.
Circuit Modules
Een analoge computer heeft een verzameling circuitmodules die verschillende wiskundige functies uitvoeren. Veel van hen bevatten operationele versterkers die optellen, aftrekken en vermenigvuldigen met spanningen. Een somschakeling genereert bijvoorbeeld een uitgangsspanning die de som is van de spanningen die aanwezig zijn aan zijn ingangen. Een differentiatormodule voert de eerste afgeleide test uit om de verandering van spanningen aan zijn ingangen te bepalen. Signaalgenererende schakelingen produceren sinusvormige, driehoekige en continue golven; naast individuele rechthoekige pulsen.
uitgang
Net als de invoer heeft de uitvoer van analoge computers de vorm van signalen. Een wetenschapper of ingenieur interpreteert de signaalpatronen geproduceerd door de circuits, het bepalen van de output met meters, oscilloscopen en grafische recorders. Meters duiden op stabiele of langzaam veranderende waarden. Oscilloscopen tonen snelle of complexe signalen op het scherm. Kaartrecorders drukken een permanent record af op een continu vel papier.