Inhoud
De Tweede Wereldoorlog brak uit in 1939 en de jaren 1940 werd over de hele wereld als een moeilijke tijd gekenmerkt. Vanwege de ontberingen die met oorlog te maken hadden, werd de mode voor de meeste mensen gereserveerd. Voor het gemak en de moeite om geld te besparen, hadden de meeste kasten voor kinderen van de jaren veertig kledingstukken gedoneerd en gerantsoeneerd. De stijlen en kleuren van deze kleding weerspiegelden de nogal sombere sfeer van het decennium.
Meisjesjurken kwamen vaak van andere familieleden, als een kwestie van economie (George Marks / Retrofile / Getty Images)
Gerantsoeneerde kleding
Vanwege de beperkte voorraden die beschikbaar waren tijdens de oorlog, moesten dingen zoals voedsel en kleding worden verkregen door middel van rantsoenering, waardoor gezinnen een bepaald bedrag van één item per jaar kregen. De "Era da Moda" -website merkt op dat gezinnen in 1941 66 rantsoenbonnen per persoon per jaar ontvingen. Naarmate de oorlog voortduurde, daalde het aantal coupons tot 48 en uiteindelijk tot 36 per jaar tegen 1945. Rantsoencoupons werden uitgegeven tot 1949 en eindigden volledig in 1952. Door een specifiek aantal rantsoeneringsbonnen konden huishoudens kopen kledingstukken en schoeisel. Een gevoerde jas met een lengte van meer dan 71 cm voor kinderen kostte bijvoorbeeld 11 coupons, terwijl sokken 1 coupon per paar kostten.
Niet-gerantsoeneerde kleding
Niet alle kinderkleding moest via rantsoenbonnen worden gekocht. Baby's tot vier maanden oud werden uitgesloten van het rantsoeneringssysteem. Mensen zouden ook tweedehands kleding kunnen kopen zonder een bon toe te kennen, zoals items gevonden in bazaars of kringloopwinkels.Andere items die beschikbaar waren voor kinderen zonder gebruik van rantsoeneringsbonnen waren overalls, veters en linten.
Maken en repareren
Toen voorraden en kleding schaarser werden, werden gezinnen aangemoedigd creatief te zijn met de dingen die ze al hadden. Over de hele wereld is het motto 'doen en repareren' een mantra voor vrouwen geworden. Van hen werd verwacht dat ze zo lang mogelijk van hun kleding zouden kunnen genieten, iets wat een beetje moeilijker is met de opgroeiende jonge kinderen. Vanwege deze plicht kleding langer te maken, droegen kinderen vaak tweedehands kleding en die van hun moeders. De broekmanchetten werden veranderd terwijl ze groeiden en de tranietrekken werden genaaid om de kleding er nieuw uit te laten zien.
Van stijl veranderen
Voor de oorlog was mode in de Verenigde Staten, Brazilië, Argentinië en andere landen een 'lening' van mode in Europa. Omdat dit tijdens de oorlog vrijwel onmogelijk werd, begonnen Amerikaanse ontwerpers hun eigen gevoel voor mode te ontwikkelen. In plaats van het dragen van kniehoge shorts, begonnen jongens vaker jeans en T-shirts te dragen. De meisjes droegen kortere jurken die laken redden. Net als de volwassenen waren kinderkleren praktischer, niet zo gelinkt en modieus. Deze kleding was meestal vrij algemeen in kleur, meestal in grijstinten of andere neutrale kleuren.