Inhoud
Computing begon in de jaren 1940 en maakt gebruik van de beste beschikbare technologie om gegevens op te slaan; eerst kleppen en later magnetische banden.Naarmate de technologie is verbeterd en geminiaturiseerd, zijn deze apparaten steeds kleiner geworden naarmate ze meer en meer informatie opslaan. Vanaf de jaren zestig tot heden gaat de geheugentechnologie verder, waardoor de snelheid en functionaliteit van computers, telefoons en andere digitale apparaten toeneemt.
ENIAC
In het begin van de jaren veertig was het laatste woord in technologie de klep. Een geladen plaat hield een stroom aan die werd gelezen door de polariteit van de plaat, zodat de geretourneerde gegevens nul of één waren. Dit was het opslagmedium met één bit. Complexere kleppen hadden verschillende interne platen en konden veel meer gegevens opslaan. De computer en de elektro-numerieke integrator, of ENIAC, gebruikten 20.000 octale basiskleppen om elk maximaal twintig getallen tot tien decimalen te berekenen.
Magnetisch kerngeheugen
Aan het einde van de jaren 1940 werden magnetische kerngeheugens ontwikkeld in een poging om gegevens vast te leggen en op te slaan terwijl de stroom was afgesloten en de kleppen kracht verloren. Dit was het meest stabiele niet-vluchtige geheugen totdat de transistor werd uitgevonden.
Ferriet kerngeheugen
Het ferrietkerngeheugen werd gedurende een korte tijd gedurende dezelfde tijd gebruikt. Het werd gebouwd met een reeks ferrietringen of kernen gewikkeld in strengen die zijwaarts uitkwamen. Elke ring of kern kan een herinnering bevatten aan een magnetische lading die gedurende een bepaalde tijd is doorgegeven. Dit was een moeilijke technologie om te miniaturiseren en dus mislukte.
Halfgeleidergeheugen
Halfgeleiderchips zijn het soort geheugen dat we tegenwoordig gebruiken. In 1968, toen ze te koop werden aangeboden door de nieuw gevormde Integrated Electronics Corporation (later Intel), waren ze ver van wat ze vandaag zijn. De eerste commerciële chips ondersteunden alleen 2000 bits, of 2k, geheugen (een kleine e-mail kan vier keer zo groot zijn, met 8k).
DRAM
In 1968 werd Robert Dennart een patent verleend voor een speciaal type halfgeleiderchip; een geheugenchip met enkele transistor en dynamische willekeurige toegang (DRAM). Dit was een sprong voorwaarts en markeerde het einde van het magnetisch kerngeheugen. DRAM is het soort geheugen dat we tegenwoordig gebruiken in onze computerapparatuur. Vooruitgang in miniaturisatie heeft het mogelijk gemaakt dat deze chips sneller en krachtiger worden, maar de basistechnologie blijft hetzelfde.