Kinderactiviteiten over de gelijkenis van de rijke dwaas

Schrijver: Alice Brown
Datum Van Creatie: 1 Kunnen 2021
Updatedatum: 14 Kunnen 2024
Anonim
Gelijkenis van de rijke dwaas - Uitbeelding - CGN Kinderconferentie 2018
Video: Gelijkenis van de rijke dwaas - Uitbeelding - CGN Kinderconferentie 2018

Inhoud

De gelijkenis van de rijke dwaas wordt verteld in Lucas 12: 16-21. Jezus vertelt het verhaal van een rijke man, die zich afvraagt ​​wat hij met zijn overvloedige oogsten moet doen. Hij besluit grotere gebouwen te maken, zijn goederen te behouden, maar zonder te beseffen dat hij diezelfde nacht zou sterven. De gelijkenis is een klassieke waarschuwing tegen hebzucht en moedigt ons aan om zowel voor onze ziel als voor onze materiële bezittingen te zorgen.

Wat duurt?

Een fundamentele les in de gelijkenis is dat onze materiële goederen niet eeuwig zullen duren. Bespreek met de kinderen een lijst met uw favoriete dingen. Laat ze u helpen deze items op papier te zetten.

Bespreek vervolgens welke van deze dingen de eeuwigheid zullen duren en stel dat materiële goederen niet zullen blijven, maar eigenschappen als liefde en hoop.

Silo's

De rijke dwaas was van plan grotere graanschuren en silo's te bouwen om zijn rijkdom op te slaan. Help kinderen silo's te maken van kokers van toiletpapier. Verf of bedek ze met karton.


Help ze zegeningen op kleine stukjes papier te schrijven. Vul dan de silo's ermee (niet met "spullen").

Delen vs. accumuleren

Bespreek de daden van de rijke dwaas met de kinderen. Was het verkeerd dat hij veel oogsten en een goede oogst had? (Nee). Welke maatregelen had hij kunnen nemen in plaats van meer graanschuren te bouwen om zijn rijkdom op te slaan? (Hij had zijn gewassen met anderen kunnen delen).

Kunnen kinderen deze les in hun eigen leven toepassen? (Misschien met snoep of speelgoed om te delen of te verzamelen).

Geef vs. nemen

Neem een ​​pot met munten mee naar de klas en laat de kinderen in een kring gaan zitten. Geef ze voor de eerste activiteit elk een handvol munten en laat ze weten dat ze even de tijd hebben om te proberen zoveel mogelijk munten te pakken of om een ​​aantal andere kinderen te pakken (alle munten moeten in hun handen zijn) altijd). Degene met de meeste munten wint.

Voor de tweede activiteit moeten ze het maximale aantal munten in één minuut aan andere kinderen geven. Degene met het laagste aantal munten wint.


Bespreek, nadat u aan beide activiteiten heeft deelgenomen, met de kinderen: Welke activiteit hebben ze het liefst? Hoe kan deze activiteit verband houden met hun leven en de dingen die ze doen? Wat kunnen munten voorstellen? Wat zou Jezus willen dat we doen?