Wiskundige commutatieve en associatieve activiteiten voor het derde jaar

Schrijver: Carl Weaver
Datum Van Creatie: 21 Februari 2021
Updatedatum: 17 Kunnen 2024
Anonim
Korte uitleg lettervormen
Video: Korte uitleg lettervormen

Inhoud

Commutatieve en associatieve eigenschappen beïnvloeden zowel optellen als vermenigvuldigen. Activiteiten voor derde klassers die deze eigenschappen leren, kunnen worden gemaakt met behulp van beschikbaar educatief materiaal of door leerlingen zelf educatief speelgoed te laten zijn. Leg bij het uitvoeren van elke activiteit studenten uit om verschillende suggesties te geven voor het bereiken van hetzelfde resultaat.


Toevoeging met studenten

Deel leerlingen op in groepen volgens geslacht. Vraag de meisjes om te tellen hoeveel meisjes de groep heeft en noteer dat aantal. Vraag de jongens om te tellen hoeveel jongens de groep heeft en noteer dat aantal. Voeg het aantal jongens met meisjes toe om het totaal te krijgen. Toon dan hoe de toevoeging van het aantal jongens aan het aantal meisjes, waarbij de volgorde volgens het commutatieve eigendom wordt gewijzigd, hetzelfde resultaat oplevert.

De groep studenten uitbreiden

Verdeel de studenten in drie groepen. Kies een willekeurig criterium: u kunt bijvoorbeeld kinderen kiezen die dezelfde kleur dragen, of kiezen op geboortedatum. Vraag de kinderen om het aantal leden van de groep te tellen. Voeg het aantal groepen op verschillende manieren toe om commutatieve eigenschappen te demonstreren.

Vermenigvuldigend met educatief speelgoed

Vraag de cursisten om elk twee sets van vijf objecten te maken; toon het resultaat van de vermenigvuldiging: 2 x 5 = 10. Laat ze vervolgens de objecten in vijf groepen van elk twee objecten rangschikken, waarmee wordt aangetoond dat 5 x 2 = 2 x 5. Voor de volgende activiteit, om de associatieve eigenschap te demonstreren, je hebt 24 voorwerpen of educatief speelgoed nodig. Verdeel de objecten doormidden en verdeel elke helft in drie sets van vier. Laat zien dat het speelgoed (3 x 4) x 2 vertegenwoordigt. Herschik de objecten nu in drie groepen, elk met vier sets van twee. Laat zien dat deze nieuwe opstelling 3 x (4 x 2) vertegenwoordigt. Daag studenten uit om verschillende manieren te suggereren om hetzelfde totale aantal objecten te krijgen.