Inhoud
Saccharomyces cerevisiae is een eencellige schimmel die bekend staat als gist. Dit soort gist wordt gebruikt om brood van te maken en is ook belangrijk in de bierindustrie. Het heeft echter unieke eigenschappen die het ook ideaal maken voor het bestuderen van DNA-schade en -herstel. Zijn levenscyclus verschilt van die van veel andere soorten gisten en omvat zowel aseksuele als seksuele voortplanting.
Celtypes
Saccharomycles cerevisiae kan bestaan als een haploïde cel, die de helft van het normale aantal chromosomen bevat (in dit geval bevat de haploïde cel 17 chromosomen). Twee haploïde cellen kunnen samenkomen om diploïde cellen te vormen. Het derde type cel, bekend als walging of sporen, wordt gevormd door het proces van meiose.
Proliferatie
Saccharomyces cerevisiae reproduceert via een aseksueel proces dat bekend staat als ontluiken. Tijdens het ontluiken kan de haploïde "moedercel" twee kleinere cellen produceren die moeten groeien voordat ze kunnen ontluiken. Deze proliferatie van cellen of ontluiken zal niet optreden als er niet genoeg voedingsstoffen zijn, of als er andere gistcellen beschikbaar zijn om te paren.
Paring
Saccharomyces cerevisiae bestaat als twee soorten haploïde cellen: a en α. Deze twee soorten cellen paren samen om een diploïde cel met een kern te vormen. Om copulatie te bevorderen, produceert elke cel feromonen die het ontluikende proces stoppen en de celgroei remmen, zodat elke cel slechts één kopie van elk chromosoom heeft, wat resulteert in het diploïde paringsproduct.
Sporulatie en meiose
Meiose is een proces van seksuele voortplanting waarbij een cel zich in vieren splitst, elk bekend als een spore. Diploïde cellen gevormd door paring kunnen meiose ondergaan wanneer ze stikstof en koolstof nodig hebben. De vier sporen worden bij elkaar gehouden door de walgelijke muur. Wanneer de wand krimpt, komen er individuele sporen of haploïde cellen vrij.
Kieming
Kieming is het proces waarbij een inactieve of ondeelbare sporen begint te groeien. Kieming begint wanneer er een overvloed aan voedingsstoffen is. Wanneer de sporen groeien, kunnen ze het proces van paren of ontluiken beginnen, alleen afhankelijk van omgevingsfactoren.