Inhoud
Economie, als geheel, is de studie die zich richt op de productie, distributie en consumptie van alle goederen en diensten binnen een economie. Micro-economie en macro-economie zijn twee categorieën binnen dit onderwerp die zich elk richten op verschillende aspecten van de economie.
Nadering
Deze twee categorieën economie gebruiken verschillende benaderingen bij het bestuderen van de effecten en patronen van de economie. Micro-economie richt zich op de basis. Bij deze benadering worden eerst aspecten van de economie van onderaf, de consument, bestudeerd. Deze informatie wordt geanalyseerd door in de hele economie te werken. Macro-economie gaat in op de algemene aspecten, te beginnen bij de top van de economie: de overheid. Deze benadering gaat door naar de consument en probeert effecten en patronen van de economie te rapporteren om theorieën te ontwikkelen.
Beslissingen
Micro-economie is een soort onderzoek dat zich richt op individuele en zakelijke beslissingen, terwijl macro-economie de economie als geheel bestudeert, gericht op beslissingen van landen en overheden. Macro-economie ziet het algemene beeld van de economie, terwijl de micro-economie kleine segmenten ziet en probeert theorieën te vinden om deze te verklaren.
Goederen en diensten
De studie van micro-economie maakt gebruik van theorieën om uit te leggen waarom consumenten middelen kopen en reserveren voor bepaalde goederen en diensten. Dit onderzoek richt zich op vraag, aanbod en prijseffect. Economen die macro-economie studeren, hebben de neiging zich te concentreren op de industrie als geheel en de hele economie. Dit type economie is niet op zoek naar vraag en aanbod, maar richt zich in plaats daarvan op grotere problemen die de consumentenuitgaven beheersen, zoals werkloosheid, nationaal inkomen en bevolkingsgroei.
Onderwerp bestudeerd
Micro-economie is de studie van individuele keuzes, hoe deze keuzes worden gemaakt, wat consumenten motiveert en de effecten die ze hebben op de economie. In dit type bestuderen economen de theorie van vraag en aanbod en productiefactoren. Micro-economen berekenen en bestuderen het bruto binnenlands product (bbp) en de staatsschuld.
Voorbeeld
Een micro-econoom kan bijvoorbeeld de soorten auto's bestuderen die consumenten kopen. Hij zal proberen de motiverende factoren te bepalen, waaronder de prijs van benzine en het werkloosheidspercentage. Als de prijs van benzine hoog is, moeten consumenten geen SUV-auto's kopen. Wanneer het werkloosheidspercentage laag is, zal de autoverkoop naar verwachting toenemen. De macro-econoom zal de auto-industrie als geheel bestuderen. Hij zal een analyse maken om te bepalen waarom de productie omhoog of omlaag gaat. Hij zal de inflatiecijfers en het gemiddelde inkomen bestuderen om te bepalen welk effect deze dingen hebben op de voertuigproductie.