Inhoud
Ginsengbomen (ficus ginseng) staan bekend om hun verschillende gezwollen wortels die boven de grond groeien. Wetenschappelijk staan ze bekend als Ficus retusa of Ficus microcarpa en in de volksmond ficus of vijg genoemd. Volgens de Arizona State University, terwijl deze bomen snel groeien in een open omgeving, ontwikkelen planten die in potten en binnenshuis worden gekweekt, zich langzaam. Om deze reden worden ginsengbomen vaak gebruikt om bonsai van te maken.
Licht
Ginseng-bomen gedijen goed in warme, tropische en subtropische klimaten. Bomen kunnen in de volle zon, halfschaduw of halfschaduw groeien, maar niet in de volle schaduw. Als bonsai verdraagt hij meer weinig licht dan andere soorten ficus, maar hij ontwikkelt zich beter als hij aan zoveel mogelijk licht wordt blootgesteld.
Bodem en water
Ginseng-bomen verdragen verschillende bodemgesteldheden, waaronder zuren en logen, zolang ze maar goed worden gedraineerd. Ze kunnen ook gedijen in matig zoute bodems en zijn bestand tegen droogte, zelfs zonder aanvullende watergift. Kamerplanten in potten geven de voorkeur aan water geven als de grond droogt.
Bemesting
Volgens de website van Bonsai4me mogen bomen alleen worden bemest tijdens actieve groei. Stop met bemesten in de winter of de planten vertonen ziekteverschijnselen, zoals bladval en verwelking. Bemest met uitgebalanceerde in water oplosbare meststof (10-10-10 of 20-20-20) of rijk aan stikstof, twee keer per maand.
Onderhoud
Volgens de University of Florida is snoeien noodzakelijk om een sterke structuur van de grote boomkroon te behouden. Ze hebben een groot vermogen om te herstellen van ernstige snoei, wat nog een reden is waarom ze vaak worden gekozen voor bonsai. Bomen die direct op de grond worden gekweekt, moeten tot een enkele stam worden gevormd, gebroken takken en knoppen moeten worden verwijderd. Bonsaibomen moeten worden gevormd naar de smaak van de tuinman. Thuis gekweekte planten moeten worden gecontroleerd op veelvoorkomend ongedierte binnenshuis, zoals mijten en muggen, die de plant niet zullen schaden, maar hinderlijk zullen worden.