Inhoud
Ouders zijn bang dat kinderen niet langer luiers dragen en de badkamer gaan gebruiken. Kinderen trainen om de pot te gebruiken is voor veel ouders moeilijk, maar mensen met kinderen met het syndroom van Down worden nog meer uitgedaagd. Volgens de National Down Syndrome Society kan training om de badkamer te gebruiken die te vroeg begint schadelijk te zijn voor het leren van een kind. Volg enkele tips voor een effectief trainingsregime.
Het leren werken met de badkamer kan moeilijk zijn voor een kind met het Down-syndroom (Toiletpot en bidet in een toilet afbeelding door terex van Fotolia.com)
Bepalen wanneer ze worden voorbereid
Voordat de training begint, moeten ouders beoordelen of zij en het kind klaar zijn.
De National Down Syndrome Society zegt dat de meeste kinderen na twee jaar klaar zijn om met zindelijkheidstraining te beginnen. Voor kinderen met het syndroom van Down wordt deze fase echter na 3 jaar bereikt.
Leeftijd is niet de enige bepalende factor. De National Down Syndrome Society beveelt aan dat een kind als klaar om te trainen wordt beschouwd wanneer de blaas tijdens het urineren volledig leeg is, wanneer het kind ten minste zestig of negentig minuten droog blijft, wanneer de stoelgang een voorspelbaar patroon volgt wanneer het kind kan ga zelfstandig naar de badkamer als ze gedurende minstens twee minuten comfortabel in het toilet kan zitten en wanneer ze haar behoefte kan uiten met gebaren, uitdrukkingen of woorden.
Ouders moeten ook klaar zijn om het trainingsregime te starten. Ze moeten een schema hebben waarmee het kind de hele dag door met regelmatige tussenpozen naar de badkamer kan worden gebracht.
routine
Volgens gedragsanalist Kent Moreno is programmeren een belangrijke factor bij het ontwikkelen van een effectief trainingsprogramma. Kinderen, vooral kinderen met ontwikkelingsstoornissen, zoals het syndroom van Down, leren het beste onder een strakke tijdlijn.
Geef uw kind geprogrammeerde baden. Zorg ervoor dat de luier elke 20 tot 30 minuten droog is, ten minste twee dagen voor het begin van de toilettraining. Schrijf op hoe vaak het kind plast en poepen. Houd bij hoe vaak ze elke dag naar de badkamer gaat.
Start een trainingsregime waarmee het kind tweemaal zo vaak als gebruikelijk naar het toilet kan gaan. Als uw kind bijvoorbeeld elk uur urineert of poepen, neemt u haar elk half uur naar de badkamer. Dit geeft haar veel kansen om de behoeften op de juiste plek te maken.
versterking
Maak dit proces leuk, kinderen met het syndroom van Down zullen effectiever leren en vaker naar de badkamer willen gaan als ze het als een aangename ervaring beschouwen.
De National Down Syndrome Society beveelt het gebruik van visuele aanwijzingen, zoals gebaren of afbeeldingen, aan om verbale commando's te versterken. Kinderen moeten hun favoriete boek kunnen lezen of met wat speelgoed kunnen spelen als ze op het toilet zitten.
Ouders moeten ook aanmoediging en positieve bekrachtiging bieden wanneer het kind de badkamer op de juiste manier gebruikt. Knuffels en traktaties, gecombineerd met lekkernijen, zullen uw kind helpen begrijpen dat het gebruik van de badkamer de juiste manier is om te gaan.