Inhoud
De variaties van de blauwe en rode tinten in de kleuren hebben verschillende betekenissen met betrekking tot het Doppler-effect. Het Doppler-effect wordt geproduceerd door een bron van golfbewegingen waarbij er grote variaties in frequentie zijn voor waarnemers wanneer de golfbron naar hen toe beweegt en lage variaties wanneer ze van hen af bewegen. Deze frequenties kunnen worden gevisualiseerd in het kleurenspectrum van zichtbaar licht.
Geluid
Geluiden zijn gewoon frequenties die op verschillende niveaus resoneren. Als het Doppler-effect op het geluid wordt toegepast, zal de golfbron de frequentie hoger laten lijken naarmate deze dichterbij komt en lager naarmate deze verder weg beweegt. De hogere resonantiefrequentie zou korte, snelle golflengten hebben en blauw lijken. Naarmate het geluid weggaat, worden de golflengten langer en korter en wordt de frequentievariatie van de kleuren rood.
Beweging
Astronomen kunnen de beweging van sterren bepalen door hun kleurverandering te observeren. Een ster die naar ons toe rent, zou blauw lijken. Als het wegging, zou het rood lijken. Astronomen konden vaststellen dat het universum uitdijt door de kleurvariaties van de sterren om ons heen te observeren. Het lijkt erop dat elke ster een rode verschuiving heeft en de meest verre sterren een nog diepere verschuiving. Dit betekent dat alle sterren met toenemende snelheid van elkaar af bewegen.
Chemische samenstelling
Door naar het continue spectrum van een ster en zijn absorptielijnen te kijken, kunnen we de chemische samenstelling ervan bepalen. Het continue spectrum is een band van zichtbaar licht die van violet naar rood gaat. Absorptielijnen of donkere lijnen van het spectrum zijn het resultaat van gas en stof tussen jou en de ster. Deze absorptielijnen vertellen je de chemische samenstelling van de ster. De meeste hebben absorptielijnen in zowel rode als blauwe spectra, omdat de meeste uit verschillende chemische verbindingen bestaan.
Licht
Net als de frequenties van geluidsgolven, variëren lichtgolven in kleur afhankelijk van afstand en beweging. Als een lichtbron dichter bij een waarnemer komt, verandert het licht in blauw; als het weg beweegt, verandert het in rood. Dit is weer terug te zien in de beweging van sterren ten opzichte van de aarde.