Inhoud
Een zuurstofsensor die is geïnstalleerd in een pre-OBD-voertuig moet handmatig worden getest met een multimeter. Deze auto's zijn oudere modellen die niet zijn uitgerust met gecomputeriseerde motorcodes, zodat u geen elektronische injectie-waarschuwing krijgt wanneer de sensor begint te falen. Als u merkt dat uw motor trager en inefficiënt is bij het afvoeren van gassen, test u de O2-sensor op de juiste spanning en prestaties.
routebeschrijving
Test een pre-OBD-zuurstofsensor met een multimeter om de juiste spanning te controleren (Polka Dot Images / Polka Dot / Getty Images)-
Open de motorkap van het voertuig om toegang te krijgen tot de O2-sensor. Het wordt naast het uitlaatspruitstuk geïnstalleerd. De sensor is een plug-type component met een draad die uit de bovenkant van de sensor komt. De exacte locatie kan enigszins variëren, afhankelijk van de fabrikant. Raadpleeg de reparatiehandleiding voor een betere lay-out.
-
Maak het harnas los van de sensor. Afhankelijk van het merk en het model van het voertuig, heeft de sensor een enkele draad of een drie-draads verbinding.
-
Bevestig het positieve uiteinde van de multimeter op de signaaldraadaansluiting op de sensor. De positieve tip is rood. Als je een sensor hebt met een enkele draad; zet het vast aan de signaaldraad. Als het voertuig is uitgerust met een meeraderige sensor, bevestigt u het positieve uiteinde aan de middelste draad, dit is de signaalkabel. De andere draden worden gebruikt om de sensor te verwarmen.
-
Verbind de negatieve draad van de meter met een grond- of oppervlaktepunt. De negatieve pool van de batterij of het metalen oppervlak van de motor kan als aardingsdraad dienen. De negatieve pool is zwart.
-
Schakel de meter in en draai de knop naar de instelling "DC Volts". Steek de sleutel in het contact en start de motor. Laat het voertuig een paar minuten stationair draaien, zodat de sensor kan opwarmen voor de juiste aflezing. Monitor de multimeter door de sensorspanning af te lezen. De spanningswaarde moet variëren van 0,2 tot 0,8 volt, gemiddeld ongeveer 0,5 volt. Als het apparaat geen spanning detecteert of te hoog of te laag is, is de sensor defect en moet deze worden vervangen.