Inhoud
Antigenen en antilichamen maken deel uit van het immuunsysteem van het menselijk lichaam. Antigenen zijn meestal complexe stoffen, lichaamsvreemd, die de productie van antilichamen veroorzaken. Een stof die antigeen op het oppervlak bevat, wordt een antigeen genoemd. Het lichaam herkent deze vreemde stoffen als indringers en organiseert zichzelf om ze te vernietigen met lymfocyten of witte bloedcellen, die antilichamen afscheiden. Antigenen bevinden zich bijvoorbeeld op het oppervlak van voedsel, rode bloedcellen, neoplastische cellen en pollen. Het lichaam maakt antilichamen aan met als enig doel antigenen te vernietigen.
Antigenen
Voor de geboorte leren lymfocyten welke cellen deel uitmaken van het lichaam en beginnen ze ze als niet-antigeen of veilig te zien. Het immuunsysteem herkent het "zelf" en probeert deze cellen niet te vernietigen. Dit wordt immunotolerantie genoemd. Elke nieuwe stof die door het immuunsysteem wordt gevonden, wordt als een indringer beschouwd en vernietigd.
Antilichamen.
Antilichamen worden uitgescheiden door B-lymfocyten, een soort witte bloedcel. Wanneer deze cellen een indringer herkennen, verhogen ze de afscheiding van antilichamen. Bloed en andere vloeistoffen vervoeren antilichamen door het lichaam naar waar ze nodig zijn. Antilichamen vallen antigenen op twee manieren aan: direct en indirect.
Indirecte aanval
De meest effectieve manier om antigenen te vernietigen, is door complementaire eiwitten te activeren die ze helpen aanvallen. Deze eiwitten vervullen verschillende taken: ze verstoren de binnendringende cellen, bevorderen de agglutinatie van deze cellen of verzwakken de exotische antigenen. Reageren op de meest efficiënte manier om om te gaan met het antigeen dat is geïdentificeerd.
Directe aanval
Antilichamen bestrijden ook antigenen door zich aan hun membraan te hechten of aan te vallen. Deze fysieke reactie, ook wel antigeen-antilichaamreactie genoemd, zorgt ervoor dat de cellen samenklonteren en vergemakkelijkt het werk van de andere witte bloedcellen die het binnendringende antigeen moeten vernietigen. Het is echter niet zo effectief als de indirecte route.
Primaire en secundaire reactie
De primaire reactie is de eerste reactie van het lichaam op een antigeen. Het resulteert meestal in de productie van een klein aantal antilichamen. Dus het kostte ons een paar dagen om een ziekte te overwinnen en ons beter te voelen. Het is een langzaam proces. Als het immuunsysteem opnieuw wordt blootgesteld aan hetzelfde antigeen, reageert het veel krachtiger en produceert het snel een grote hoeveelheid antilichamen. Dat is de reden waarom een persoon gewoonlijk niet tweemaal dezelfde ziekte krijgt en voor sommigen immuun kan worden.
Vaccins
Het vaccin is een stof die in het lichaam wordt ingebracht en die antigenen van een bepaald type bevat. Gewoonlijk is het gebruikte antigeen een verzwakte of inactieve versie van een ziekte. Het doel is om de vorming van antilichamen te stimuleren die geheugencellen produceren die in staat zijn zich te herinneren hoe ze die specifieke indringer moeten bestrijden. Hierdoor kan het lichaam zichzelf in de toekomst tegen die ziekte beschermen door gebruik te maken van de secundaire antilichaamrespons.