Hoe INR te berekenen

Schrijver: Vivian Patrick
Datum Van Creatie: 9 Juni- 2021
Updatedatum: 15 November 2024
Anonim
Ontbinden in factoren - Hoe werkt de product-som-methode? (havo/vwo 2) - WiskundeAcademie
Video: Ontbinden in factoren - Hoe werkt de product-som-methode? (havo/vwo 2) - WiskundeAcademie

Inhoud

De protrombinetijd (PT) wordt gebruikt om de bloedstolling te meten bij patiënten die een antistollingstherapie ondergaan (bijvoorbeeld met warfarine). Op een eenvoudige manier bestaan ​​de tests voor PT uit het mengsel van reagenstromboplastine met het bloedplasma van de patiënt en het meten van de stollingstijd van het monster (gewoonlijk 10 tot 20 seconden). TP vertoont echter grote variaties, afhankelijk van het type reagens en de laboratoriumanalyseapparatuur. Om de verkregen PT-resultaten te standaardiseren, heeft de Wereldgezondheidsorganisatie de International Standardized Ratio (INR) gecreëerd. INR = (TP / TMPN) ^ ISI. TP is de protrombinetijd van de patiënt. TMPN is de gemiddelde normale protrombinetijd. ISI is de internationale gevoeligheidsindex die door de fabrikanten voor elke batch thromboplastinereagentia wordt bepaald.


Stap 1

Haal de TP's van de patiënt uit de dossiers of elders. Bijvoorbeeld: TP = 15,2 s.

Stap 2

Neem de gemiddelde normale protrombinetijd (TMPN). Meestal geregistreerd door een laboratorium op basis van de tests van PT (met een bepaalde tromboplastine) van de plasmamonsters van 20 tot 30 mensen, ogenschijnlijk gezond. Tripodi en co-auteurs (zie onderstaande referentie) rapporteerden bijvoorbeeld een TMPN van 13,1 s voor Neoplastine plus tromboplastine.

Stap 3

Neem de International Sensitivity Index (ISI) voor de gebruikte tromboplastine. Het wordt meestal gespecificeerd in het reagenslogboek. Een voorbeeld van de ISI voor tromboplastine is 1.297.

Stap 4

Bereken de International Normalised Ratio met de bovenstaande getallen als voorbeeld. INR (patiënt TP / TMPN) ^ ISI = (15,2 s / 13,1 s) ^ 1,297 = 1213. Opmerking: de normale INR moet tussen 0,8 en 1,3 liggen. Lagere INR-waarden (minder dan 0,5) duiden op een hoog risico op trombusvorming, terwijl hogere waarden (3 tot 5) geassocieerd zijn met bloedingsrisico's.