Inhoud
Het menselijk skelet heeft 206 botten, waarvan sommige zijn versmolten en andere gearticuleerd. Het heeft vijf hoofdfuncties: de zachte weefsels beschermen, beweging mogelijk maken, het lichaam ondersteunen, bloedcellen produceren en de mineralen opslaan die het lichaam nodig heeft.
Bescherming
Het skelet beschermt de interne organen van het lichaam. De schedel beschermt de hersenen en sensorische organen, de ribbenkast beschermt het hart en de longen en de wervelkolom beschermt het ruggenmerg.
Beweging
De botten die met de skeletspier zijn verbonden, gebruiken de botten als hefbomen om beweging mogelijk te maken. Bij spiercontractie worden ze getrokken en vindt de beweging plaats.
Ondersteuning
Ondersteuning is de belangrijkste functie van het skelet. De botten vormen het raamwerk voor de zachte weefsels en inwendige organen. Ze zorgen ook voor de lichaamsvorm.
Vorming van bloedcellen
De vorming van bloedcellen of hematopoëse vindt plaats in het rode beenmerg van lange botten. Het borstbeen en het darmbeen zijn twee andere botten die ook dit merg bevatten.
Minerale opslag
Fosfor en calcium zijn twee van de mineralen die in botten kunnen worden opgeslagen. Indien nodig kunnen ze de benodigde hoeveelheid van deze mineralen afgeven om het lichaam in balans te houden.