Inhoud
Het menselijk lichaam bestaat uit georganiseerde systemen die werken om het leven te behouden. Elk systeem is een afzonderlijk onderdeel dat het lichaam vormt, maar ze zijn allemaal van elkaar afhankelijk om ervoor te zorgen dat het lichaam in staat is om taken uit te voeren zoals joggen, denken en ademen. Zelfs met deze interactie tussen systemen, heeft elk zijn eigen functies, waardoor ze specifiek zijn.
Spijsverteringsstelsel
Het spijsverteringsstelsel bestaat uit slokdarm, maag en dunne en dikke darm. Het omvat ook de galblaas en alvleesklier, die enzymen vrijmaken die nodig zijn om voedsel te verteren.
Ademhalingssysteem
Het ademhalingssysteem is verantwoordelijk voor de gasuitwisseling in het lichaam. De longen verwijderen de koolstofdioxide uit het veneuze bloed en brengen de zuurstof van de adem in de bloedbaan. Het ademhalingssysteem is direct verbonden met het cardiovasculaire systeem.
Bloedsomloop
De bloedsomloop bevat het hart en de bloedvaten, die zuurstof en voedingsstoffen naar de weefsels van het lichaam transporteren. Het hart is het belangrijkste element van de bloedsomloop. Het handhaaft de bloeddruk in de haarvaten, zodat de weefsels voldoende zuurstof ontvangen zodat de cellen in leven blijven.
Spier- en skeletstelsel
Het skelet bestaat uit de botten die structuur en ondersteuning aan het lichaam geven. Het beenmerg is ook verantwoordelijk voor de aanmaak van witte en rode cellen. De aan de botten bevestigde spieren ondersteunen het lichaam en laten bewegingen toe bij het ontvangen van signalen die door de hersenen worden uitgezonden.
Zenuwstelsel
Het zenuwstelsel is verantwoordelijk voor het communiceren van de hersenen naar de organen. De hersenen zijn de centrale component, die elektrische impulsen naar alle delen van het lichaam stuurt. Elke sensatie, beweging en gedachte wordt afgeleid en gecontroleerd door het zenuwstelsel.