Inhoud
Het bepalen van de capaciteit voor sportevenementen is eenvoudig wanneer een arena of stadion aparte zitplaatsen heeft. Het aantal banken is gelijk aan de capaciteit. Maar tribunes hebben geen gedefinieerde parameters; een rij biedt plaats aan zeven personen of zes volwassenen en vier kinderen tegelijk. Met behulp van de hier gepresenteerde berekeningen wordt uitgegaan van een redelijke hoeveelheid ruimte voor elke kijker, waardoor een algemeen idee wordt gegeven van hoeveel mensen van welke grootte dan ook kunnen deelnemen aan een druk evenement.
Stap 1
Tel het aantal rijen tribunes van boven naar beneden. Dit is het eerste getal in de berekening. In de formule (N) aantal rijen x (I) lengte x (T) centimeter / (P) persoonlijke ruimte komt dit aantal op de eerste plaats. Voor onze doeleinden hebben we 20 rangen:
20 x L x I / P = Capaciteit
Stap 2
Zoek de lengte van het zitgedeelte. Dit zal gemakkelijker zijn als het op een voetbalveld staat, omdat je de markeringen van het veld als liniaal kunt gebruiken. Elke markering is 90 cm. In een basketbalstadion kan het nodig zijn om de lengte van een gedeelte van de tribunes fysiek te meten om de basislijn te verkrijgen. Dit aantal (uitgedrukt in meters) is C. Voor deze oefening is C = 3 m.
20 x 10 x I / P = Capaciteit
Stap 3
Ik ben altijd dezelfde, 30 cm. Nu hebben we:
20 x 10 x 30 / P = Capaciteit
Stap 4
P is het ietwat gecompliceerde deel. Sommige tribunebedrijven stellen voor om voor elke toeschouwer 45 cm ruimte toe te wijzen. Anderen geven er de voorkeur aan om elke persoon in totaal 60 cm te geven. Voor het gemak zullen we het grotere aantal gebruiken.
20 x 10 x 30/60 = Capaciteit
Stap 5
Doe de wiskunde, stap voor stap:
20 x 10 x 30/60 = Capaciteit
20 x 10 = 200 meter tribunes: (200 x 30) / 60 = capaciteit
200 x 30 = 6.000 centimeter tribunes: 6.000 / 60 = capaciteit
6.000 / 60 = 100 toeschouwers op hun tribunes
Capaciteit = 100