Inhoud
De kilo-Newton, of kN, is een krachteenheid die de kracht beschrijft die nodig is om duizend kilogram per vierkante meter per seconde te versnellen. De kilo-Pascal, of kPa, is de overeenkomstige drukeenheid. De druk beschrijft de kracht die wordt uitgeoefend op een oppervlakte-eenheid, waarbij de kilo-Pascal de kracht is van een kilo-Newton die wordt uitgeoefend op een oppervlakte van één vierkante meter. Om kilo-pascal om te rekenen naar kilo-newton, moet men het gebied berekenen waarin de druk werkt.
Stap 1
Vermenigvuldig de breedte en lengte waarop de druk inwerkt, om het gebied te verkrijgen.
Stap 2
Converteer de eenheden indien nodig naar vierkante meters. Stel als voorbeeld afmetingen van 4 m bij 90 cm: 4 x 0,9 = 3,6 vierkante meter.
Stap 3
Vermenigvuldig de oppervlakte in vierkante meters met de druk, gemeten in kPa. Als er bijvoorbeeld een druk van 3 kPa op het gebied inwerkt, dan is 3 x 3,6 = 10,8. Dit is de kracht op het gebied, gemeten in kilo-Newton.