Inhoud
Het hart heeft de functie om bloed naar het lichaam te pompen. (John Foxx / Stockbyte / Getty Images)
Functie en vorm
Het hart bestaat uit vier kamers: de bovenste, linker en rechter, zijn de boezems, en de onderste kamers, links en rechts, staan bekend als ventrikels. De boezems hebben de functie het bloed te ontvangen en vervolgens naar de ventrikels te leiden, die het vervolgens naar de longen en andere delen van het lichaam sturen. Omdat elk een andere functie heeft, kunnen de structuren van de boezems en ventrikels verschillend zijn.
De ventrikels
De wanden van de kamers zijn dik en gespierd, omdat ze sterk genoeg moeten zijn om bloed uit het hart en door het lichaam te pompen. De gespierde wand langs de ventrikel wordt de interventriculaire wand genoemd.
Het atrium
In tegenstelling tot de dikke, gespierde wanden van de kamers, zijn die van de boezems fijner en in lijn met de zogenaamde pectinaatspieren. Ze lijken op structuren en de lijn van de voorste muur. De dunne wanden van de boezems, vergeleken met die van de kamers, houden rechtstreeks verband met hun functie: er stroomt bloed in het atrium, waardoor er weinig kracht (en dus minder hartspier op de wanden) nodig is om bloed naar binnen te brengen.