Inhoud
Bedrijfskosten omvatten vaste en variabele kosten, wat vooral het geval is als ze worden gemaakt in de fabricage of in de administratieve activiteiten van het bedrijf. Vaste kosten kunnen ook capaciteitskosten worden genoemd omdat ze worden gemaakt om de bedrijfscapaciteit van het bedrijf te leveren. Vaste kosten kunnen worden geclassificeerd als aangetast of discretionair.
Vaste kosten kunnen worden geclassificeerd als toegewijd of discretionair (Felipe Dupouy / Digital Vision / Getty Images)
Vastgelegde vaste kosten
Vastgelegde vaste kosten zijn uitgaven waarbij een onderneming een lange periode aanhoudt en gedurende die periode niet kan worden verminderd. Deze kosten omvatten grote investeringen zoals de aankoop van een gebouw of uitrusting, de kosten van onroerendgoedbelastingen op een actief of de vergoeding van het senior management. Deze kosten worden gerealiseerd met dien verstande dat het bedrijf de waarde van deze activa of het personeel in de algemene bedrijfsfunctie voor de lange termijn in gevaar brengt. Alvorens zich aan deze uitgaven te houden, moet het management rekening houden met de impact die deze actie zal hebben op het bedrijf.
Discretionaire vaste kosten
Vaste discretionaire kosten zijn uitgaven die jaarlijks kunnen veranderen op basis van managementbeslissingen. Deze uitgaven omvatten investeringen in onderzoek, managementontwikkelingsprogramma's en universitaire stages. Hoewel deze programma's gunstig zijn voor de organisatie, is deze niet gebonden door een langetermijnengagement. Het bedrijf heeft meer flexibiliteit bij het nemen van beslissingen over de voortzetting van deze programma's, dat wil zeggen dat het management zijn beslissing kan wijzigen en het volgende jaar kan beëindigen, of een onmiddellijke verandering kan aanbrengen als de financiële positie van het bedrijf de wijziging rechtvaardigt.
Vaste kostengedrag
Vaste kosten blijven hetzelfde ongeacht het niveau van bedrijfsactiviteit. De vaste kosten van de productie zullen in hun geheel niet veranderen als het productievolume verandert. De vaste kosten per eenheid nemen echter af als de productie wordt verhoogd. Als de uitvoer daalt, nemen de vaste kosten per eenheid toe. Jaarlijkse vastgoedbelastingen zullen bijvoorbeeld niet veranderen omdat de productie is verdubbeld. In plaats daarvan moeten de uitgaven aan deze belastingen hetzelfde blijven. De kosten per eenheid nemen echter af, omdat deze worden gedeeld door twee keer zoveel eenheden.