Inhoud
Het toevoegen van stoffen zoals suiker of zout aan water of ijs verlaagt het vriespunt en verhoogt het smelten van bestaand ijs. Om deze reden wordt in de winter zout op ijzige wegen gestrooid.
Suiker effect
Suiker verlaagt het vriespunt van water. Dit komt omdat als de suikermoleculen aan het water worden toegevoegd, de resulterende opgeloste stof niet langer water is. Het mengsel van de twee heeft verschillende vrieseigenschappen in vergelijking met zuiver water.
Hoe het werkt
Wanneer suiker (of een andere vaste stof, zoals zout) op ijs wordt gestrooid, vermengt het zich met de bovenkant, de heetste ijslaag die smelt. Hierdoor ontstaat er een laagje gesmolten suikerwater bovenop het ijs. De laag eronder is bevroren. Hierdoor kunnen de ijsmoleculen niet naar boven, waar de suikerlaag zit, waardoor de vrieszone toeneemt. De beweging van zuiver water wordt vertraagd door suikerwater, dat minder watermoleculen heeft en een andere dichtheid. Invriezen vereist beweging van moleculen door oplossingen.
Het vriespunt wijzigen
Voor elke mol van een stof (wetenschappelijke meting van ongeveer 270 miljoen moleculen) toegevoegd aan een kilogram water, wordt het vriespunt met ongeveer 1,8 graden Celsius verlaagd.