Inhoud
De tijd controleren met een digitaal horloge is eenvoudig, maar deze horloges zullen niet altijd beschikbaar zijn. Analoge klokken worden in veel huizen, bedrijven en om de pols gebruikt. Velen hebben nummers, waardoor het gemakkelijker is om de tijd te bepalen. Andere klokken hebben ze echter niet weergegeven, waardoor het voor kinderen moeilijk is om de tijd te zien terwijl ze precies dit proces aan het leren zijn. Door te oefenen en enkele tips te volgen, kan iedereen de tijd op een horloge bepalen zonder cijfers.
Stap 1
Leer de tafels van vermenigvuldiging. De cijfers die op een horloge worden weergegeven, vertegenwoordigen de tijd van de dag, maar ook de minuten in elk uur. De kleine wijzer geeft de tijd van de dag aan. Als de kleine hand bijvoorbeeld naar 4 wijst, of tussen 4 en 5, is het 4 uur.
De grote wijzer geeft aan hoeveel minuten er in een uur zijn verstreken. Voor dit proces moet u weten hoe u met 5 vermenigvuldigt. Als deze wijzer op een normaal horloge naar het cijfer 1 wijst, vermenigvuldigt u 1 met 5 om erachter te komen hoeveel minuten zijn verstreken, in dit geval 5 minuten. Als hij naar nummer 2 wijst, vermenigvuldig dan 2 met 5 en hij weet dat er 10 minuten zijn verstreken. Ga door met het vermenigvuldigen van elke markering op het horloge met 5 om erachter te komen hoeveel minuten zijn verstreken.
Stap 2
Stel je voor dat er een kruis op het horloge is getekend en onthoud elk nummer waarnaar de punten van het kruis wijzen. De hoofdnummers zijn 12, 3, 6 en 9.
De bovenkant van de klok is waar 12 is, wat ook nul of 60 minuten vertegenwoordigt (5 x 12 = 60). Het rechter uiteinde van het kruis wijst naar 3, wat erop kan wijzen dat het 3 uur of 15 minuten is (3 x 5 = 15). Het onderste deel wijst naar 6, wat aangeeft dat het 6 uur of 30 minuten is (6 x 5 = 30). De linkertip wijst naar 9, wat aangeeft dat het 9 uur of 45 minuten is (9 x 5 = 45).
Stap 3
Gebruik het denkbeeldige kruis als richtlijn om te bepalen welke getallen tussen 12, 3, 6 en 9 liggen.
Aangezien de meeste klokken rond zijn, kun je het zien als een taart die in 12 gelijke plakjes moet worden gesneden. Elke sectie van het denkbeeldige kruis moet twee sneden hebben om drie gelijke plakken te maken.
De twee sneden tussen 12 en 3 wijzen naar 1 en 2. De twee sneden tussen 3 en 6 wijzen naar 4 en 5. De twee tussen 6 en 9 wijzen naar 8 en 9. En de twee tussen 9 en 12 wijzen naar 10 en 11. .