Inhoud
Logisch redeneren is een nuttig hulpmiddel op veel gebieden, waaronder het oplossen van wiskundige problemen. Logisch redeneren is het proces van het gebruik van rationele en systemische stappen, gebaseerd op wiskundige procedures, om de voltooiing van een probleem te vinden. Maak conclusies op basis van wiskundige feiten of principes. Als u eenmaal het vermogen hebt beheerst om wiskundige problemen op te lossen, kunt u logisch redeneren in verschillende situaties uit de praktijk.
routebeschrijving
Gebruik Logisch redeneren om wiskundige problemen op te lossen (Mathematik afbeelding door bbroianigo from Fotolia.com)-
Lees en begrijp het probleem. Bijvoorbeeld: "Ze verkocht koekjes bij een taartenverkoop." Tijdens het eerste uur verkocht ze een derde van het aantal koekjes dat ze had en verkocht ze de resterende 10 koekjes aan het einde van de verkoop. 10 cookies zijn niet verkocht, hoeveel cookies heeft Ella voor de verkoop genomen? ".
-
Maak een plan om het probleem op te lossen. Werk in de tegenovergestelde richting, met logisch denken in het vliegtuig. In dit voorbeeld weet u dat Ella nog 10 cookies had nadat ze de verkoop had voltooid.
-
Laat het plan in de tegenovergestelde richting werken. Begin met het feit dat er 10 koekjes over zijn. Aan het einde van de verkoop verkocht ze de helft van de resterende cookies. Dus de tweede helft van de resterende koekjes is 10. 10 x 2 = 20. Daarvoor verkocht ze nog 10 koekjes, in totaal 30. Tijdens het eerste uur verkocht ze een derde van het totale aantal koekjes, wat betekent dat er tweederde over was, wat gelijk is aan 30. Blijf in de tegenovergestelde richting werken. Als tweederde gelijk is aan 30, is een derde gelijk aan 15. 30 + 15 = 45. Nu weet je dat Ella begon met de verkoop met 45 cookies.
-
Controleer het werk en blijf logisch redeneren gebruiken. Begin met het gevonden antwoord, 45 koekjes en los het probleem opnieuw op. Deze keer echter werken we verder. Ze verkocht een derde van de koekjes in het eerste uur. Doe de wiskunde. Een derde van de 45 is 15 en 45 afgetrokken met 15 is 30. Verkocht nog eens 10 tijdens het tweede uur. 30 min 10 gelijken 20. Verkocht de helft van die cookies aan het einde van de verkoop. De helft van 20 is 10, het aantal koekjes dat overblijft. Als hij dit nummer had gevonden, gebruikte hij logisch redeneren om een wiskundig probleem met succes op te lossen.